Op donderdag 6 december is een plenair debat in de Tweede Kamer gehouden over het Bouwtoezicht in Nederland. Het debat werd gehouden op verzoek van de Eerste Kamer, die na de discussie vlak voor de zomer aangaf benieuwd te zijn naar de mening van de Tweede Kamer over de ontstane situatie.
Deze ongebruikelijke aanleiding was tijdens het debat voor verschillende partijen dan ook reden om hun verbazing over de gang van zaken uit te spreken. Het debat had het bouwtoezicht in het algemeen als onderwerp, maar spitste zich toe op de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen. Sprekers tijdens het debat waren Beckerman (SP), Koerhuis (VVD), Smeulders (Groen Links), Ronnes (CDA), Kops (PVV), Van Eijs (D66) en Nijboer (PvdA).
Eerste termijn
De meeste sprekers begonnen hun bijdrage in eerste termijn over recente instortingen, het OVV-rapport, de enquete van VBWTN/EenVandaag en andere berichten in de media. Alle sprekers benadrukten dat er zowel bij de bouw als bij het toezicht nu toch echt iets moet gebeuren. Ronnes riep de minister dan ook op om de regie te nemen en knopen door te hakken. De oproep om snel door te pakken met de Wkb werd ondersteund door VVD en D66.
Beckerman (SP) vroeg de minister in haar bijdrage waarom de minister de wet niet heeft aangepast, ondanks dat het rapport van de OVV en bijvoorbeeld ook prof. Nijsse aangeven dat de bouw onvoldoende in staat is om zelf te zorgen voor kwaliteit. Beckerman herhaalde dat toezicht een overheidstaak is en moet blijven. Net als bij eerdere debatten ontspon zich in de loop van het debat een bijna semantische discussie of er nu wel of niet sprake is van ‘privatisering’. Een duidelijk verschil met eerdere debatten was wel dat de lijn van minister Ollongren een ruimere taak voor gemeenten inhoudt dan haar ambtsvoorgangers de Kamer voorhielden.
Koerhuis (VVD) gaf in zijn bijdrage aan verheugd te zijn over het feit dat BZK en de VNG een akkoord op hoofdlijnen hebben bereikt. Ondanks dat de VNG op 17 januari het akkoord nog moet bekrachtigen, ging Koerhuis er van uit dat de afspraken uit het akkoord zullen worden verwerkt / meegenomen bij de verdere uitwerking van de Wkb. In aanvulling op het pleidooi om de Wkb snel in te voeren, vroeg Koerhuis de minister om zich in te spannen voor een beter toezicht op de bestaande voorraad.
Smeulders (Groen Links) gaf aan dat Groen Links nog steeds tegenstander is van de wet maar de doelstelling nadrukkelijk wel ondersteunt. Toezicht in private handen is geen goed idee en Smeulders zette dan ook vraagtekens bij de onafhankelijkheid van de kwaliteitsborger. Verder had Smeulders nog veel vragen bij het bestuursakkoord: wat is daarin geregeld en wat voor gevolgen heeft dit voor de wet? En welke rol heeft de Tweede Kamer nog in de verdere uitwerking van de wet?
Ronnes (CDA) was van mening dat de bouw zelf vooral aan zet is en vroeg zich af hoe zij zelf aankijkt tegen de analyse van de OVV en van de minster. Ronnes vroeg de minister te schetsen hoe het proces nu verder verloopt en drong aan op tempo zodat de veiligheid beheerst wordt. Op de vraag hoe het CDA aankijkt tegen de aansprakelijkheid van aannemers gaf Ronnes aan dat dat standpunt niet is gewijzigd maar dat het CDA heeft ingestemd met de wet.
Kops (PVV) steunde de SP en Groen Links in hun pleidooi om het toezicht niet bij marktpartijen te beleggen. Hij was blij dat de minister in haar brief van juni jl. heeft aangegeven dat de gemeente ook nadrukkelijk het bevoegd gezag blijft. Wel vroeg Kops zich af hoe die uitleg strookt met de inhoud van de Wkb. Tenslotte vroeg Kops de minister aandacht voor het feit gemeenten nu hun taak al niet aankunnen en wat daaraan wordt gedaan.
Van Eijs (D66) begon haar betoog met een voorbeeld uit de praktijk: een consument laat een verbouwing uitvoeren, de aannemer en de leverancier komen hun afspraken niet na en de opdrachtgever blijft met de problemen achter. Van Eijs pleitte er dan ook voor om de wet snel in te voeren. Ze gaf daarbij aan dat de evaluatie van de proefprojecten laat zien hoe het ook kan. Tenslotte vroeg ook Van Eijs om meer informatie over de inhoud van het bestuursakkoord en hoe de rol van de gemeente er straks uit komt te zien.
Als laatste spreker in de eerste termijn, begon Nijboer (PvdA) met een opsomming van de drie problemen waar de bouw mee te kampen heeft:
- De kwaliteit is onvoldoende
- De bouw is duur, te weinig innovatief en te weinig aansprakelijk
- Het bouwtoezicht is onduidelijk: wie is nu en straks waarvoor verantwoordelijk?
De problemen maken een snel besluit noodzakelijk. Nijboer vroeg zich daarbij af of er onder de Wkb nog wel voldoende kennis en kunde aanwezig is om de markt te kunnen controleren. Als laatste stelde Nijboer de vraag waarom de regering de motie over erkende maatregelen niet uitvoert zoals de Kamer dat gevraagd heeft. In reactie wees de minister er nogmaals op dat standaardoplossingen een prima idee zijn, maar dat er toch ook iemand op de bouw moet controleren of die standaardoplossing goed is toegepast.
Reactie minister Ollongren
Voordat minister Ollongren inging op de vragen, gaf ze een korte uitleg hoe de Wkb in elkaar zit en straks moet gaan werken. Ze gebruikte daarbij het voorbeeld van de auto-APK. De markt keurt weliswaar de auto, maar de Rijksdienst voor wegverkeer en de politie zorgen respectievelijk voor toezicht op het stelsel en handhaving van de regels. Zo ook de rol en taak van de toekomstige Toelatingsorganisatie en de gemeente. De minister bevestigde daarbij dat de gemeente ook onder de Wkb toezicht kan houden op de bouw en de bouw zo nodig stil kan leggen.#
Met betrekking tot het bestuursakkoord gaf de minister een korte toelichting op de onderwerpen die daarin geregeld zijn. Belangrijkste punt is dat publiek toezicht een essentieel onderdeel van het stelsel blijft en dat de gemeente de voor hun rol benodigde informatie zo nodig aangeleverd krijgen door de kwaliteitsborger en overige partijen.
In reactie tot de vraag waarom er niet is gekozen voor een versterking van het publieke stelsel gaf de minister aan dat nu de verantwoordelijkheid komt te liggen waar hij hoort: bij de bouw zelf. Naar de mening van de minister zal de aansprakelijkheid er voor zorgen dat partijen binnen het stelsel zorgen voor een goede kwaliteit. De onafhankelijkheid van de kwaliteitsborgers wordt gegarandeerd doordat er toezicht wordt gehouden op hun werk.
In reactie op vragen van Smeulders gaf de minister aan dat de afspraken in het bestuursakkoord worden vastgelegd in het Bouwbesluit en in afspraken over de implementatie. Ook na een vraag van Ronnes hierover herhaalde de minister dat er vooralsnog geen reden is om de wet zelf via een novelle aan te passen.
Tweede termijn
In de tweede termijn werd een drietal moties ingediend (zie ook stemming d.d 11 december 2018j
De eerste motie – ingediend door de SP en gesteund door Groen Links en de PVV – betrof het schrappen van het private deel uit de Wkb. De motie werd ontraden door minister Ollongren (verworpen tijden de stemming op 11 december).
De tweede motie – ingediend door de VVD – betrof het verzoek aan de regering het bestuursakkoord te verwerken in wetgeving. Naar aanleiding van de motie ontstond enige discussie over de vraag hoe nu over een motie waarvan de tekst nog niet bekend is gestemd kan worden. De minister gaf aan de motie over te nemen, waardoor stemming niet meer aan de orde was.
De derde motie – ook ingediend door de VVD – betrof het verzoek aan de regering om zorg te dragen voor inzicht in de staat van de bestaande bouw. In reactie gaf de minister aan deze motie te ontraden aangezien het toezicht een taak is van de gemeente en de provincie daarop toeziet. Het is dus geen taak van de rijksoverheid. Koerhuis paste daarna de motie mondeling aan tot een verzoek om een beter kwalitatief inzicht. De motie is op 11 december met algemene stemmen aangenomen.
Na een dankwoord van de minister werd het debat afgesloten. Duidelijk is dat alle partijen snel duidelijkheid willen. Het is de hoop dat de Eerste Kamer deze duidelijkheid snel kan geven!