Na meerdere keren uitstel heeft de Eerste Kamer op 9 maart 2019 de behandeling van de Wet kwaliteitsborging hervat door het stellen van schriftelijke vragen aan minister Ollongren van BZK (Klik hier voor de brief). De behandeling van het wetsvoorstel lag – op verzoek van de toenmalige minister van BZK – stil sinds 11 juli 2017. De vragen van de Eerste Kamer hebben betrekking op de aanvullende brief in de brief van Ollongren van 28 juni 2018 en het bestuursakkoord tussen VNG en BZK dat op 17 januari 2019 aan de Eerste Kamer is verzonden. In de vragen heeft de Eerste Kamer ook alle overige correspondentie (gehele lijst is hier te zien) van de afgelopen tijd meegenomen.
De vragen hebben voor een groot deel betrekking op de aansprakelijkheid van de aannemer en hoe dit onder de nieuwe wet uitwerkt. Met name het CDA verzoekt de minister om aanvullende uitleg op een aantal punten, met name daar waar het de (beperking van) aansprakelijkheid van andere bij ontwerp en bouw betroffen partijen betreft. Het CDA vraagt tevens om bevestiging van minister Ollongren dat de toelichting in de brief van vorig jaar zomer leidend is – en niet de toelichting op de amendementen – en dat deze ook terug zal komen in de toelichting op de onderliggende wetgeving.
Interessante vragen zijn verder de vraag of er niet ook proefprojecten in de gevolgklassen 2 en 3 moeten worden uitgevoerd (CDA) en hoe de resultaten van de proefprojecten nu verwerkt worden in de wetgeving (D66). De PVV en Groen Links vragen zich verder af of de criteria voor invoering, zoals genoemd in het bestuursakkoord, niet verder geconcretiseerd kunnen worden. De PvdA verzoekt de minister verder meer inzicht te geven in de criteria en de gegevens en bescheiden die gemeenten ter beschikking krijgen om te kunnen beoordelen dat aan de voorschriften is voldaan. In het verlengde daarvan vraagt de PvdA zich, evenals Groen Links, af in hoeverre het vorig jaar ter voorhang aangeboden conceptbesluit nog zal moeten worden aangepast.
De Eerste Kamer lijkt zich de vragen lezende verder af te vragen in hoeverre de planning – 1 januari 2021 – wel haalbaar is. Een terechte vraag. Zolang de Eerste Kamer de knoop echter niet doorhakt zullen partijen niet snel in beweging komen. En daarmee is het antwoord op de vraag of er niet eerst proefprojecten gedraaid moeten worden en dan pas gestemd over de wet eigenlijk an beantwoord…