Aan de slag met de Wet kwaliteitsborging

Tekst: Kees Hagendijk, bericht is eerder gepubliceerd op de website van Neprom

Nieuwe regels, nieuwe rollen in het bouwtoezicht

Als alles goed gaat treedt over ruim een jaar een nieuw stelsel van bouwtoezicht in werking. Een belangrijke rol hierin is weggelegd voor de kwaliteitsborger. Wat verandert er voor opdrachtgevers en aannemers? En welke rol gaat het bevoegd gezag (nog) spelen?
Je kunt het de privatisering van het bouwtoezicht noemen: de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) die op 14 mei dit jaar door de Eerste Kamer kwam. Dat klopt in zoverre dat het bevoegd gezag een deel van zijn werk uit handen geeft aan private partijen. Toetsing van bouwwerken aan de eisen van het Bouwbesluit zal voortaan worden gedaan door een nieuwe speler in het stelsel: de onafhankelijke kwaliteitsborger. Wat niet betekent dat de overheid afstand doet van haar handhavende rol. Het bevoegd gezag kan uiteindelijk de ingebruikname van een bouwwerk verhinderen. Verder blijft de stelselwijziging – met verwachte ingangsdatum 1 januari 2021 (Red: 1 juli 2022) – de eerste drie jaren beperkt tot een categorie eenvoudige bouwwerken met gering risico. Tot deze Gevolgklasse 1 behoren onder meer bedrijfshallen met nevenfunctie, kleine fiets- en voetgangersbruggen, en (de hoofdmoot) grondgebonden woningen. Voor appartementengebouwen geldt voorlopig nog het oude regime.

Knip
In een gezamenlijke informatiebijeenkomst die de NEPROM en Aedes op 31 oktober jl. organiseren komen de finesses van de nieuwe wet aan bod. Hajé van Egmond (Stichting Instituut voor Bouwkwaliteit) schetst hoe de Wkb ingepast wordt in de brede Omgevingswet die naar verwachting eveneens per 2021 ingaat. De Omgevingswet brengt namelijk een ‘knip’ aan tussen een omgevingsplanactiviteit en een bouwactiviteit. De omgevingsplanactiviteit betreft de ruimtelijke aspecten van het bouwwerk, zoals bestemmingsplan, welstand, milieu, geluid, omgevingsveiligheid. De bouwactiviteit betreft de technische aspecten van het gebouw volgens de eisen van het Bouwbesluit. Onder de Omgevingswet krijgt het Bouwbesluit trouwens een nieuwe naam: Besluit bouwwerken leefomgeving (BBL).

Beide activiteiten kunnen los van elkaar vergunningvrij of vergunningplichtig zijn. Het al of niet vergunningvrij zijn van een omgevingsplanactiviteit verschilt per gemeente. Dat geldt niet voor de bouwactiviteit, de vrijstellingen daarvoor worden door het rijk bepaald.

De Wkb heeft alleen betrekking op de bouwactiviteit. Indien die voor een bepaald bouwwerk (voorlopig alleen uit Gevolgklasse 1) vergunningsplichtig is komt de kwaliteitsborger in het spel. Dit zal in de regel een bedrijf moeten zijn (architectenbureau, ingenieursbureau) en geen zelfstandige, omdat er een zeer breed kennisniveau (ontwerp, constructies, bouwfysica, installaties) aanwezig dient te zijn. Als onafhankelijk controleur mag de kwaliteitsborger geen dubbele petten dragen. Hij mag niet tegelijk als adviseur of in welke andere rol dan ook bij het bouwwerk betrokken zijn.

Bouwmelding
De kwaliteitsborger wordt gecontracteerd door of de opdrachtgever/vergunninghouder of de aannemer. Voor zijn taak maakt de kwaliteitsborger gebruik van een erkend instrument waarvan er verschillende aangeboden worden. Aan de hand hiervan stelt hij een borgingsplan op. Hierin worden de bijzondere aandachtspunten (risico’s) van het bouwplan beschreven en de wijze waarop daarmee omgegaan zal worden. Nadat de omgevingsvergunning voor een bouwplan is verkregen, moet (minimale termijn vier weken voor start van de bouwactiviteit) een zogenoemde bouwmelding plaatsvinden. Hierbij dient de aanvrager het borgingsplan en de gegevens van de kwaliteitsborger in. Twee dagen voor aanvang van de bouw moet – net als nu – een melding Start bouw plaatsvinden.

Gereedmelding
Gedurende de bouw monitort de kwaliteitsborger of daadwerkelijk aan de voorschriften wordt voldaan. Concreet zal hij zaken controleren als de wapening en de constructie van balkons en vloeren, het ventilatiesysteem, het isolatiepakket, energetica en dergelijke meer. Wanneer het bouwwerk gereed is, stelt de kwaliteitsborger een verklaring op waarin een ‘gerechtvaardigd vertrouwen’ wordt uitgesproken dat het bouwwerk aan de wettelijke eisen voldoet. De verklaring moet, tezamen met een dossier bevoegd gezag, door de vergunninghouder aan het bevoegd gezag worden overlegd. Dit heet de gereedmelding.

Van Egmond merkt nog op dat dit dossier en de verklaring verplicht zijn. Dit in tegenstelling tot een tweede dossier dat op grond van de Wkb wordt geïntroduceerd: het consumentendossier. Met het consumentendossier moet de aannemer bij oplevering aan zijn opdrachtgever aantonen wat er gebouwd is, inclusief aanvullende informatie over het gebruik en onderhoud van het gebouw. Opdrachtgever en aannemer kunnen contractueel overeenkomen dat levering van dit dossier achterwege blijft.

Wanneer het bevoegd gezag niet binnen tien dagen reageert op de gereedmelding, mag het bouwwerk in gebruik worden genomen. Zijn er wel bezwaren, dan krijgt de vergunninghouder bericht en kan de gemeente de ingebruikname formeel verbieden.

De gereedmelding hoeft trouwens niet te wachten op de volledige afwerking van een bouwwerk. Werkzaamheden als stuc- en schilderwerk bijvoorbeeld vallen niet onder het Bouwbesluit en kunnen dus ook na de gereedmelding nog plaatsvinden.

Aansprakelijkheid
Wico Ankersmit van de Vereniging Bouw- en Woningtoezicht Nederland wijst op een subtiel juridisch punt. Het bevoegd gezag geeft met deze procedure geen goedkeuringsstempel af dat het bouwwerk aan de eisen voldoet. De aannemer of verkoper kan zich op grond van de kennelijk toegestane ingebruikname niet vrijwaren van publiekrechtelijke aansprakelijkheid voor mankementen die daarna aan het licht treden. Via een gelijktijdige aanpassing in het Burgerlijk Wetboek wordt daarnaast de aansprakelijkheid van de aannemer vergroot: deze is in alle gevallen verantwoordelijk en aansprakelijk voor bouwfouten, ook na oplevering, tenzij hij kan aantonen dat de fout hem niet toe te wijzen is.

Tevens wordt de waarschuwingsplicht van de aannemer ten opzichte van de opdrachtgever aangescherpt. Onderdelen die niet uitvoerbaar zijn binnen de wettelijk eisen moeten schriftelijk en ondubbelzinnig gemeld worden. Als gevolg van de verhoogde aansprakelijkheid zullen aannemers op hun beurt van onderaannemers en leveranciers meer waarborgen verlangen. Op deze manier wordt kwaliteit in de hele keten versterkt.

Van beloofde naar gerealiseerde kwaliteit
Ankersmit ziet de winst vooral in een verschuiving in de kwaliteitstoetsing, namelijk van bouwplan naar daadwerkelijk gerealiseerd bouwwerk. “We gaan van beloofde kwaliteit naar gerealiseerde kwaliteit. En de risicobeoordeling gebeurt voorin het proces, niet achterin.” Het aan te leveren bouwdossier zal dan ook de gerealiseerde situatie documenteren, met de actuele tekeningen en berekeningen. Doordat de kwaliteitsborger in het hele bouwproces meeloopt, is de kans dat er aan het eind of na de oplevering fouten voor de dag komen minder groot. De kwaliteitsborger wil kunnen instaan voor de verklaring die hij aan het eind geacht wordt af te geven. Voldoet het gebouw niet aan de voorschriften, dan zal hij de verklaring niet afgeven.

Een nieuwe rijksdienst, de toelatingsorganisatie, ziet toe op de geschiktheid van kwaliteitsinstrumenten en controleert de werking van het nieuwe stelsel via steekproefsgewijze inspecties op de bouw.

Interne kwaliteitsborging
Aannemers is het geraden bouwkwaliteit niet louter van de kwaliteitsborger te laten afhangen maar binnen de eigen organisatie op poten te zetten. “Hoe meer de aannemer aan voorwerk doet, hoe minder werk de kwaliteitsborger heeft”, aldus Van Egmond. Marco Kranenburg van ERA Contour kan dat bevestigen. ERA draait al vanaf 2014 pilotprojecten volgens het nieuwe kwaliteitssysteem. “Als de interne kwaliteitsborging goed is, kan de externe kwaliteitsborger volstaan met een aantal audits, een aantal rondjes bouwplaats en het dossier.” Het vergt uiteraard wel tijd en inspanning om je organisatie zover te krijgen.

De kwaliteitsborger vormt ook een kostenpost die zich moet terugverdienen. Kranenburg zegt de indruk te hebben dat de nieuwe aanpak inderdaad meer bouwkwaliteit oplevert: “Het is nog te vroeg voor een harde claim, maar we zien al wel een daling van de aantallen servicepunten.” ERA contracteert de kwaliteitsborger zelf en die gebruikt daarbij steeds hetzelfde instrument. “Het is niet handig om per project van proces en systeem te veranderen.”

Wat woningbouw betreft lenen unit-bouw, concept-bouw en gekwalificeerde bouwsystemen zich uitstekend voor soepele kwaliteitsborging bij verschillende projecten, zegt Ankersmit. En gefaseerde oplevering is ook geen probleem, aldus Van Egmond. Het bevoegd gezag kan namelijk van handhaving afzien indien er zicht op legalisatie bestaat. Ontstaan er tijdens de bouw namelijk onoverkomelijke problemen dan zal de kwaliteitsborger de gemeente inlichten. Eerder gereedgekomen woningen kunnen dus bij uitblijven van deze signalen al opgeleverd worden voordat het project als geheel gereed gemeld en vervolgens formeel in gebruik genomen wordt.

Relativering
Voor corporatie Woonbedrijf Eindhoven – opdrachtgever of afnemer van woningbouwprojecten – is het nieuwe stelsel van kwaliteitsborging eerder een aanvulling op het eigen kwaliteitssysteem dan een grote vernieuwing, relativeert Paul Terwisscha van Scheltinga. “De aansprakelijkheid wordt beter geregeld en het consumentendossier is echt van toegevoegde waarde. Toch hebben we het slechts over het wettelijk minimum. Sinds tien jaar werken wij met prestatiecontracten en een kwaliteitsacceptatieplan. Dat gaat een stuk verder. Kwaliteit bij de aannemer zelf is natuurlijk het beste systeem. In die zin beschouw ik het nieuwe stelsel eerder als leertraject. Om de zesjescultuur van de bouw eens echt te doorbreken.”

Kranenburg formuleert de gewenste omslag anders: “Het uiteindelijke doel is om wat robuuster te ontwerpen. Nu is de praktijk vaak om dicht naar het Bouwbesluit toe te werken. Gaat er dan iets fout dan heb je nul marge.”

Delft is al langer geleden overgestapt op toezicht op afstand, vertelt Wim Kruf van het plaatselijke bouw- en woningtoezicht. Het nieuwe stelsel is welkom maar voor Delft niet echt nieuw qua gedachte. “Als bevoegd gezag zijn wij het uiterste vangnet. Die omslag maakten wij jaren geleden al.” Bouwtechnische tekortkomingen of fouten treffen in de eerste plaats de opdrachtgever, is de redenering. De opdrachtgever is eerstverantwoordelijke en moet weten wat hij doet. Bijvoorbeeld kiezen voor een goede aannemer. Het Delftse bevoegd gezag focust vooral op gevolgen voor de omgeving, dus de omgevingsplanactiviteit.

Leges
Tijdens de bijeenkomst zijn er veel vragen over een mogelijke verlaging van leges ter compensatie van de kosten van de kwaliteitsborger. Een op een zit dat er niet in, zegt Ankersmit, maar vergunningvrije activiteiten, waarvan de lijst alleen maar toeneemt, zijn automatisch ook vrij van leges. Op termijn zullen de leges voor bouwen waarschijnlijk helemaal verdwijnen, verwacht hij. Financiering van het toezicht zal dan wel uit een andere bron moeten komen.

Naar 10% pilotprojecten
Om goed voorbereid te zijn, is het aan te bevelen om nu al met de nieuwe kwaliteitsborging aan de slag te gaan via pilotprojecten. Daarvan zijn er de afgelopen jaren al een aantal gestart. Gemeenten tonen inmiddels toenemend interesse en zijn soms zelfs bereid wat aan de kosten mee te betalen, weet Emile Jansen van Nieman Raadgevende Ingenieurs. Pilots zijn ook van belang om uit te vinden of het stelsel goed functioneert en eventueel zaken bij te stellen. Doel is om per 1 juli 2020 bij 10% van Gevolgklasse 1 volgens het nieuwe toezicht te werken. Mocht dat niet gehaald worden of treden er te veel strubbelingen op, dan is uitstel van de wet mogelijk. Want, zegt Ankersmit, goed functionerend bouwtoezicht heeft altijd prioriteit.

Brede ondersteuning voor oproep KiKCampus: start proefprojecten Wkb

Nu starten met ervaringsprojecten met bouwen volgens de Wkb is geen luxe, maar noodzaak. In de eerste plaats voor bouwbedrijven. Want hun aansprakelijkheid en bewijslast zijn onomkeerbaar. En in sommige gevallen al super actueel. Want wie nu gaat bouwen aan een project dat na 1 januari 2021 (Red: 1 juli 2022wordt opgeleverd, valt al onder de regelgeving van de Wkb. En moet dus straks kunnen aantonen goed werk te hebben geleverd. Ook al was dat werk in 2019…

Branche- en bestuursprominenten
Dat bleek in de Fons van der Poel-zaal van perscentrum Nieuwspoort waar op maandag 4 november zo’n 60 belangstellenden, betrokkenen en brancheprominenten uit en rond de bouw samenkwamen. Een initiatief van de KiKCampus, het platform dat de bouwkolom terzijde staat bij het implementeren van bouwen volgens de Wkb. Zij wisselden ervaringen uit met elkaar, maar ook met een panel dat bestond uit Chris Kuijpers, de directeur-generaal Bestuur, Ruimte en Wonen (BZK), Jaco Uittenbogaard, directeur AFNL-NOA, Titia Siertsema, voorzitter NVTB & implementatiemanager Wkb en Albert Vermuë, directeur leefomgeving bij VNG en Else Poortvliet, voorzitter van Vereniging BWT Nederland.

V.l.n.r. Chris Kuijpers, directeur-generaal Bestuur, Ruimte en Wonen BZK  –  Jaco Uittenbogaard, directeur van AFNL -NOA  –  Titia Siertsema, voorzitter NVTB en implementatieregisseur  Wkb  –  Albert Vermuë, directeur Leefomgeving VNG. Foto: Bram van Uchelen – Creative Communications

Ervaringstrajecten Wkb: deelname urgent
Het werd een levendige en geïnspireerde bijeenkomst, geleid door moderator Stefan Wijers. Frank de Groot, hoofdredacteur Bouwkwaliteit in de Praktijk schetste eerst een beeld van de Wkb. Vervolgens ging Else Poortvliet, kersverse voorzitter Vereniging Bouw- en Woningtoezicht Nederland, in op de gevolgen voor gemeenten. “Er komt een accentverschuiving voor BWT van toetsing op bouwregelgeving, naar handhaving op gebruik. Denk aan ondermijning, huisjesmelkers, woonoverlast en brandveiligheid. Daarnaast blijven we plannen toetsen aan welstand, bestemmingsplannen en omgevingsveiligheid. Er is dus nog best veel te doen.”

Tijdens de bijeenkomst werd de urgentie van ‘wennen aan de Wkb’ nog eens onderstreept. “De Wkb is aangenomen en komt er ook”, zoals Chris Kuijpers het formuleerde. Oftewel: de tijd van afwachten en zien wat er van komt is voorbij. Des te meer prangt het dat de deelname vanuit met name de bouwsector aan de Koplopertrajecten en anderen proefprojecten nog pas in de kinderschoenen staat. Over dat inzicht bestond brede consensus.

Conform de Wkb bouwen gaat niet zomaar
“De bouw zou zichzelf een plezier doen door nú te starten met te wennen aan de nieuwe situatie,” stelde Titia Siertsema, “door nu ook te schakelen op de consequenties van de Wkb, de aanstaande bewijslast en aansprakelijkheid. Die laatste twee zijn eigenlijk alleen te managen door te werken met een toegelaten kwaliteitsborgingsinstrument in het kader van de Wkb. En dat gaat niet zomaar, want die materie moet je je eigen maken, er ervaring mee opdoen – en vervolgens deze werkwijze in de eigen bedrijfsvoering implementeren. Bouwers die daar te laat mee starten, kunnen straks voor minder aangename verrassingen komen te staan.”

Oefenen met de Wkb
Jacco Uittenbogaard, de directeur van AFNL-NOA was het daar helemaal mee eens. “Wij roepen bouwers die zijn aangesloten bij onze federatie dan ook op om mee te doen aan de zogenoemde Koploper-projecten van het ministerie van BZK. Oefenen met de Wkb, oefenen met kwaliteitsborging – anders mis je de boot en kun je straks misschien niet aan de wetgeving voldoen. Het is jammer dat nog niet iedereen in de sector deze urgentie onderkent.”
“Daar komt dit nog bij,” merkte KOMO-voorzitter Henry Meijdam op, “door mee te doen aan Wkb-ervaringsprojecten kun je als bouwbedrijf samen met partners in de bouwkolom, nu nog invloed uitoefenen op hoe kwaliteitsborging conform de Wkb in de praktijk zal gebeuren. Straks kan dat niet meer. Dan is er sprake van voldongen feiten en moet je je volledig voegen naar wat anderen voor jou hebben uitgestippeld.”

De KiKCampus begeleidt u als bouwbedrijf naar deelname aan de Wkb-proefprojecten (Koplopertrajecten). Ook adviseert de KiKCampus u graag bij de implementatie van een toegelaten kwaliteitsborgingsinstrument in het kader van de Wkb. Bezoek: www.kik-campus.nl

Wet Kwaliteitsborging voor het Bouwen en de gevolgen voor corporaties

Factsheet over gevolgen Wet kwaliteitsborging voor woningcorporaties
De Eerste Kamer heeft op 14 mei 2019 ingestemd met een nieuw stelsel voor toezicht op de kwaliteit in de bouw. De nieuwe Wet kwaliteitsborging voor het bouwen zorgt voor meer duidelijkheid in de aansprakelijkheid en verbetering in de bouwkwaliteit en het -toezicht en gaat in per 1 januari 2021 [red: 1 juli 2022]. Dat heeft gevolgen voor woningcorporaties en die zijn beschreven in een factsheet.

Corporaties krijgen vanaf 1 januari 2021 (Red: 1 juli 2022met de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen – tegelijk met de nieuwe regels van de Omgevingswet – te maken met een nieuw stelsel van toezicht in de bouw. Daarnaast veranderen de aansprakelijkheidsregels voor bouwers en wordt een opleverdossier geïntroduceerd.

In de factsheet vindt u informatie over onder meer:

  • De Wet kwaliteitsborging op hoofdlijnen
  • Het proces van aanvraag tot gereedmelding
  • De contractering van de kwaliteitsborger
  • De ‘knip’ tussen bouwen en overige toestemmingen

Versterkte positie
De invoering van het nieuwe stelsel versterkt de positie van de particuliere en de zakelijke bouwconsument. Door de toenemende complexiteit in de bouw was herziening van het huidige stelsel van kwaliteitsborging noodzakelijk. De herziening maakt de relatie tussen de opdrachtgever, de bouwconsument, en de bouwende partijen evenwichtiger, wat de kwaliteit ten goede zal komen.

Lees de factsheet Wet Kwaliteitsborging voor het Bouwen en de gevolgen voor corporaties

 

Kwaliteitsborging: de agenda van november

Meer weten over kwaliteitsborging? Dat kan via één van onderstaande bijeenkomsten over kwaliteitsborging. Deze maand speciale aandacht voor het congres Kwaliteitsborging: tijd voor Actie dat Cobouw met medewerking van het ministerie van BZK organiseert.

Mist u bijeenkomsten? Mail ze door via het contactformulier

Proefdraaien met een kwaliteitsborger

Onderstaande video's zijn overgenomen van Plannen kabinet voor meer toezicht in de bouw

Een aantal bouwprojecten werkt als proef al volgens de nieuwe bouwregelgeving uit Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen. Zo ook in de gemeente Delft tijdens de bouw van het Grachtenhuis. Naar tevredenheid. Naast de opdrachtgevers (particulieren) waren op de bouwplaats zelf 4 partijen actief: architect Liesbeth Janson (Studio Huijgens), aannemer Bram van der Knaap (Capelse Streekbouw B.V.), kwaliteitscontroleur Erik Schot (PlanGarant) en Glenn Daniëls van de gemeente Delft. Zij vertellen over hun ervaring en het belang van kwaliteitsborging op de bouwplaats.

 

 

Liesbeth Janson, architect, over werken met een kwaliteitsborger

Duur:00:59
Video | 13-05-2019

Bram van der Knaap, aannemer, over werken met een kwaliteitsborger

Duur:00:49
Video | 13-05-2019

Erik Schot, kwaliteitscontroleur, over zijn werk als kwaliteitsborger

Duur:00:52
Video | 13-05-2019

Glenn Daniëls, inspecteur gemeente Delft, over werken met een kwaliteitsborger

Duur:00:46
Video | 13-05-2019

Factsheet VNG: start met proefprojecten!

De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) gaat gemeenten de komende tijd ondersteunen bij het opzetten en uitvoeren van proefprojecten met de Wkb. Hiertoe heeft de VNG – in nauwe samenwerking met de Vereniging Bouw- en Woningtoezicht Nederland – het Implementatieteam Wkb opgezet. Naast het uitvoeren van proefprojecten heeft de invoering van de Wkb een bredere impact op de gemeentelijke organisatie. Zo spelen er vraagstukken rond het heffen van leges/belastingen, de inhoud van het dossier bevoegd gezag, opleiding en scholing van medewerkers VTH, het aanschaffen van softwarepakketten en zijn er raakvlakken met de Omgevingswet. Ook hierbij zal het Implementatieteam ondersteuning gaan bieden.

Meer informatie over het Implementatieteam is te lezen in de factsheet Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen van de VNG. De spelregels voor de uitvoering van projecten zijn te vinden via Spelregels proefprojecten kwaliteitsborging.

Wet-kwaliteitsborging_20191004

Wet kwaliteitsborging: tijd voor actie!

Vergunningverlening bij proefprojecten Wkb

De komende maanden worden diverse proefprojecten in het kader van de Wkb opgestart. Bij die proefprojecten wordt zoveel mogelijk gewerkt volgens de werkwijze en taakverdeling na inwerkingtreding van de Wkb en de Omgevingswet (zie ook Spelregels proefprojecten kwaliteitsborging). Hierbij moet wel rekening gehouden worden met het feit dat de vergunningverlening nog plaatsvindt volgens de regels van de Wabo.

Het memo 20200319 Indieningsvereisten en werkwijze proefprojecten beschrijft de wijze waarop de vergunningverlening kan worden aangepakt; passend onder de Wabo en zoveel mogelijk aansluitend bij de Wkb. Het memo beschrijft een aanpak in twee stappen: in de eerste stap worden de ruimtelijke aspecten beoordeeld en in de tweede de technische. Daarbij is de afspraak dat de gemeente ta allen tijde kan beschikken over definitieve informatie waarover ook de kwaliteitsborger beschikt.