KOMO houdt vertrouwen in modernisering bouwwetgeving

Bericht afkomstige van www.komo.nl – 24 juli 2017

De behandeling van de Wkb (ontwerp Wet kwaliteitsborging voor het bouwen) in de Eerste Kamer op 4 juli jl. heeft ertoe geleid dat het kabinet het wetsontwerp zal aanpassen. Het aangepaste wetsontwerp zal daarna opnieuw de parlementaire weg afleggen. Komt van uitstel afstel? Wij denken van niet. Modernisering van de bouwwetgeving is hard nodig. Dat beseffen de politieke partijen ook.

Minder regeldruk
Al ruim 20 jaar is die modernisering onderwerp van gesprek in Den Haag. In zijn brief aan de Tweede Kamer (d.d. 7 februari 2014) gaf Minister Blok aan onder andere voornemens te zijn bestaande instrumenten van erkende kwaliteitsverklaringen, prestatieverklaringen en private documenten een plaats geven binnen het nieuwe stelsel van kwaliteitsborging. Doel: minder regeldruk, betere bescherming van de bouwconsument én het vervangen van publiek toezicht op een bouwplan vóóraf naar gestructureerd privaat toezicht tijdens het bouwproces en de oplevering.

KiK is en blijft beschikbaar
Dat blijven belangrijke aspecten, óók nu in de Eerste Kamer is toegezegd om in een aangepast wetsontwerp een aantal onderdelen net wat anders in te richten.
KOMO houdt dan ook alle vertrouwen in een modernisering van de bouwwetgeving op een relatief korte termijn en verwacht dat deze goeddeels in lijn zal zijn met het ontwerp van wet dat afgelopen voorjaar door de Tweede Kamer is aangenomen. Het KOMO instrument Kwaliteitsborging (KiK) blijft dan ook uiteraard gewoon beschikbaar en wordt, zoals hiervoor, steeds verder ingevuld om aan de gebruikswensen van de markt tegemoet te komen.

Praktijkdag Kwaliteitsborging gaat door – 11 oktober 2017

Reacties op uitstel Wet kwaliteitsborging

Op verzoek van minister Plasterk (BZK) is de stemming in de Eerste Kamer – voorzien op 11 juli 2017 – uitgesteld. Wat dit uiteindelijk voor de Wkb gaat betekenen is onduidelijk maar de geplande voorbereiding zal in iedere geval vooralsnog op een laag pitje worden gezet. En zoals in het debat aangegeven wordt de wet in ieder geval uitgesteld tot 2019.

Ook de werkzaamheden van iBK worden voorlopig beperkt. De website blijft beschikbaar voor  informatie over de WKB. Vragen, goede voorbeelden, informatie over proefprojecten en marktinitiatieven zijn nog steeds welkom. Aanvragen voor presentaties/ voorlichting worden opgeschort totdat er duidelijkheid is over de wijze waarop het wetsvoorstel verder uitgewerkt gaat worden.

Door diverse partijen is gereageerd op het uitstel van de Wkb:

  • De VNG zegt via een bericht op de website blij te zijn dat de Eerste Kamer oog heeft gehad voor de (on)uitvoerbaarheid van de wet. De VNG gaat graag met de minister in gesprek over een uitvoerbaar voorstel dat de kwaliteit verhoogt en de positie van de consument versterkt.
  • Monika Chao-Duivis (IBR) legt uit dat het nog maar de vraag is of er wel gesleuteld moet worden aan die aansprakelijkheidsregels.
  • Absoluut lezenswaardig is het artikel van collega-kwartiermaker Gert-jan van Leeuwen op Omgeving in de Praktijk. Onder de titel Demissionaire dilemma’s beschrijft Gert-Jan van Leeuwen wat het effect is van de amendementen van de Tweede Kamer op het wetsvoorstel. En begrijpelijke kritiek op dat punt van de Eerste Kamer.
  • ZIN Kwaliteitsborging reageert op het uitstellen van stemming door te stellen “onzekerheid blijft, kwaliteitsborger ook”.
  • Diverse landelijke website en kranten plaatsen een nieuwsbericht over het uitstel.
  • In een column/ artikel op de site van Cobouw reflecteert Thomas van Belzen op het bijzondere proces dat de Wkb in de Eerste Kamer heeft doorlopen. Het artikel eindigt met de opmerkingen dat het circus – na 20 jaar – opnieuw begint.
  • Rob Mulder van Vereniging Eigen Huis reageert via twitter door aan een retweet van het Cobouw artikel toe te voegen: Zet betere aansprakelijkheid en toetsing op feitelijke bouw door en stop met ongewisse stelselwijziging. 
  • De Vereniging Bouw- en Woningtoezicht Nederland heeft op haar site een verslag geplaatst van de Kamerbehandeling van 4 juli jl. Het verslag eindigt met de opmerking dat “De Vereniging BWT Nederland nu met VNG en de G4 [zal] gaan overleggen wat te doen, en op welke wijze in overleg met het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de wet kan worden verbeterd.”
  • De Woonalliantie – Woonbond, Ieder(in) en VACpunt Wonen – geeft in haar brief nogmaals haar standpunt weer en roept de Eerste Kamer op de minister op te dragen om snel een nieuwe start te maken met die onderdelen van de wet die naar de mening van de Woonalliantie wel een verbetering zijn. In de brief worden tevens enkele voorstellen gedaan voor verbetering.
  • Jan Pieter van Dalen van Nieman Kwaliteitsborging roept in een open brief op de Wkb zo snel mogelijk als nog aan te nemen. Van Dalen verwijst daarbij naar goede ervaringen in pilots en het positieve effect die kwaliteitsborging heeft op het werk van bouwers.
  • Op LinkedIn geeft Pieter Plass een beschouwing over het ‘redden’ van Wkb onder de noemer Hoop is uitgestelde teleurstelling. Plass roept vervolgens op om te focussen op dat wat wel kan en dat zo spoedig mogelijk in gang te zetten.
  • Ook de BNA doet verslag van het debat in de Eerste Kamer. De BNA heeft hierbij aan te hopen dat van uitstel geen afstel komt en een historische kans om de kwaliteit in de bouwsector naar een hoger niveau te tillen niet zal worden gemist.
  • Op hun website spreekt Aedes zich nogmaals uit voor de Wkb. Met name de aansprakelijkheidsregels zijn belangrijk voor Aedes. Of zoals de voorzitter van Aedes (Marnix Noorder) het stelt: “Als bouwers straks verantwoordelijk zijn voor bouwfouten, zullen ze beter letten op de kwaliteit van een gebouw”
  • Pijnpunten oplossen en wet aannemen stelt de Aannemersfederatie Nederland.
  • Bouwend Nederland geeft aan blij te zijn met het scherpe oog van de Eerste Kamer nee verwijst naar de problemen die de Eerste Kamer heeft met de amendementen van de Tweede Kamer. Daags na het uitstel kwam Bouwend Nederland nog met een tweede – niet inhoudelijke – reactie.

meer informatie volgt…

Verzoek tot uitstel stemming Wkb Eerste Kamer

Op 4 juli vond in de Eerste Kamer het plenaire debat plaats over het wetsvoorstel Kwaliteitsborging voor het bouwen. Eind februari dit jaar nam de Tweede Kamer dit wetsvoorstel met ruime meerderheid aan (109 voor, 40 tegen). Velen gingen ervan uit dat de wet daarmee in veilige haven was beland. Immers, de partijen die deze meerderheid vormden in de Tweede Kamer (vóór de verkiezingen van 15 maart 2017) hebben ook een meerderheid in de Eerste Kamer: 45 van de 75 zetels.

Het CDA bleek echter grote moeite te hebben met een aantal elementen uit het wetsvoorstel, met name met een deel van de aanpassingen van het Burgerlijk Wetboek. Tevens vroeg het CDA zich af hoe de amendementen die de Tweede Kamer in het wetsvoorstel hebben aangebracht in de praktijk zouden moeten gaan werken. Zonder de 12 stemmen van het CDA blijft de wet in de Eerste Kamer echter ‘hangen’ op 33 van de 75 zetels, tenzij via andere fracties als Christen Unie, Groen Links, PVV of SP er nog een meerderheid bijeen ‘gesprokkeld’ zou worden. Dat lijkt echter onwaarschijnlijk omdat deze fracties in verschillende gradaties tegenstander zijn van de voorgenomen stelselwijziging, die de Wkb impliceert via wijziging van Woningwet en Wabo.

Op de website van de Eerste Kamer staat een helder overzicht van de standpunten van de verschillende fracties en de belangrijkste discussiepunten. In de brief die de minister op vrijdag 7 juli 2017 aan de Eerste Kamer heeft gestuurd vraagt de minister om uitstel van stemming. Waarschijnlijk zal dit inhouden dat hij met een aanpassing van de wet komt, wat betekent dat het wetsvoorstel ook opnieuw in de Tweede Kamer moet worden geagendeerd. Los daarvan kondigde de minister al aan dat de beoogde invoeringsdatum van de wet zou worden doorgeschoven naar 1 januari 2019.

Gert-Jan van Leeuwen: Demissionaire dilemma’s

De afgelopen jaren is er geen onderwerp waarmee ik zo intensief bezig ben geweest als de stelselwijziging inzake de kwaliteitsborging van het bouwen. Eerst samen met Frans Fijen (†) als penvoerder van het visiedocument van de Vereniging Bouw- en Woningtoezicht en vanaf najaar 2013 als ‘kwartiermaker’ onder de vlag van het Instituut voor Bouwkwaliteit. In die laatste rol heb ik ruim zicht op het proces van voorbereiding van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen en het uitvoeringsinstrumentarium.

De laatste maanden stonden vooral in het teken van de politieke besluitvorming over deze wet. Ik heb mij af en toe zeer verbaasd over sommige fasen in dat besluitvormingsproces. Op hoofdlijn zie ik het wetsvoorstel als resultaat van zorgvuldige en langdurige voorbereiding dat door amendering op het laatste moment uit balans wordt gebracht. Dit is deels inherent aan het stelsel van de parlementaire democratie, maar niettemin riskant. Ik doel vooral op de besluitvorming over amendementen.

Tot het laatst is aan de tekst van amendementen en toelichting gesleuteld door de indieners en anderen. Weliswaar wordt daarbij meestal – ook in dit geval – afgestemd met de betrokken minister of diens ambtenaren, maar het ‘denkraam’ van waaruit de indiener opereert kan op onderdelen of ten principale afwijken van dat van de minister c.s. Dat was ook het geval bij de amendementen 16 en 17 van toenmalig PvdA-Kamerlid Albert de Vries. Zo stelde hij in eerste termijn op 18 januari 2017 over de stelselwijziging naar private kwaliteitsborging onder meer: “Wij zien de noodzaak niet en wij vinden dit kwetsbaar.

Debat over kwaliteitsborging in de bouw

Bron: Website Eerste Kamer

De Eerste Kamer heeft dinsdag 4 juli 2017 gedebatteerd met minister Plasterk (Binnenlandse Zaken en Werkgelegenheid) over de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen. Met dit wetsvoorstel komt bij de aanvraag voor een omgevingsvergunning de preventieve toetsing door het bevoegd gezag aan de bouwtechnische voorschriften te vervallen. Bij de oplevering van het bouwwerk moet de aannemer voortaan aantonen dat aan de regelgeving is voldaan. Wanneer bij oplevering blijkt dat een bouwwerk niet volgens de regelgeving en gemaakte afspraken is gebouwd krijgen opdrachtgevers betere mogelijkheden om de aannemer aan te sporen tot herstelwerkzaamheden.
In het debat werden diverse bezwaren geuit rondom de uitvoerbaarheid van het wetsvoorstel. Naar aanleiding hiervan zegde de minister toe dat het wetsvoorstel in elk geval pas wordt ingevoerd per 1 januari 2019.

Gezien de brede bezwaren, gaf de minister aan dat hij in het kabinet zal bespreken of het mogelijk is om het wetsvoorstel aan te houden of te wijzigen. De minister zal de Eerste Kamer uiterlijk vrijdag 7 juli per brief informeren over de uitkomst van dit overleg.

lees verder op de website van de Eerste Kamer

Standpunten Wkb in de aanloop naar het debat Eerste Kamer

Met het debat in de Eerste Kamer op komst (4 juli 2017, vanaf 15.25) hebben diverse partijen hun standpunten inmiddels schriftelijk aan de Eerste Kamer aangeboden. Hierna is een aantal punten uit de brieven van VNG, G4, AFNL en Aedes opgenomen. De brieven zelf zijn via de links in de tekst te lezen.

De VNG geeft aan dat ze blij zijn dat de wet op punten is aangepast, maar vragen nog wel om enkele broodnodige aanpassingen en een goed implementatietraject. De VNG geeft onder meer de volgende randvoorwaarden aan voor een goed stelsel:
– dat de rol van gemeenten helderder wordt vormgegeven;
– dat het oplevermoment nader wordt ingevuld;
– om 1 januari 2019 tot uitgangspunt te nemen voor de inwerkingtreding, en;
– dat een half jaar voorafgaand aan de inwerkingtreding in een bestuurlijk overleg tussen Rijk en gemeenten beoordeeld wordt of inwerkingtreding realistisch en verantwoord is.

De Aannemersfederatie Nederland roept de Eerste Kamer in een brief op om snel te besluiten over de Wkb zodat deze zo spoedig mogelijk in kan gaan. In de brief geeft AFNL aan nog vragen te hebben naar aanleiding van de AMvB Kwaliteitsborging en geven ze hun visie hoe de verschillende voorschriften gelezen zouden moeten worden. Daarbij zou AFNL graag zie dat Gevolgklasse 1 breder wordt, door ook een deel van wat nu vergunning dan wel Bouwbesluittoetsvrij wordt hieronder te laten vallen. Ook wil AFNL verbouw van bouwwerken gevolgklasse 2/3 meenemen onder Gevolgklasse 1. Verder vraagt AFNL nadere uitleg over onder meer de onafhankelijkheid, de informatieplicht van de kwaliteitsborger en de waarschuwingsplicht van de aannemer.

Aedes geeft in haar brief aan in het huidige stelsel omvoldoende prikkels te zien voor bouwpartijen om daadwerkelijk kwaliteit te leveren. Doorslaggevende reden voor Aedes om het wetsvoorstel te steunen, is dat er voor de markt eindelijk echte prikkels worden geïntroduceerd om hun verantwoordelijkheid te nemen. Aedes concludeert dat in dit nieuwe stelsel de verantwoordelijkheid van bouwpartijen voor de gerealiseerde kwaliteit van het bouwwerk centraal, gaan onafhankelijke private partijen de kwaliteit borgen tijdens het bouwen, houdt de overheid toezicht op het functioneren van het stelsel en wordt de positie van de bouwconsument versterkt.

Namens de G4 geeft de gemeente Den Haag in een brief aan van mening te zijn dat de amendementen die ter verbetering van de positie van gemeenten in de Wkb zijn opgenomen onvoldoende zijn uitgewerkt. In de brief doet de G4 daarom enkele voorstellen voor aanpassing van het Besluit kwaliteitsborging. De aspecten die beter geregeld zouden moeten worden zijn de relatie is tussen de risicobeoordeling en de rol van de gemeente en  het dossier gereedmelding en de rol van de gemeente. De G4 biedt aan om dit gezamenlijk op te pakken.

Artikel: Private kwaliteitsborging internationaal gezien

| Bouwkwaliteit in de Praktijk | Nr. 6 • Jaargang 3 • juni 2017 | Tekst Frits Meijer en Henk Visscher
 Er is in Nederland discussie over de rol die de gemeente moet gaan spelen in het nieuwe kwaliteitsborgingstelsel. In dit artikel wordt ingegaan op de vraag hoe die gemeentelijke rol in andere landen wordt vormgegeven. In een artikel van Frits Meijer en Henk Visscher van OTB beschrijven ze hoe dit in het buitenland geregeld is. Het artikel is gebaseerd op het rapport QuickScan van buitenlandse stelsels van Kwaliteitsborging voor het Bouwen. Duitsland, Engeland & Wales, Frankrijk, Ierland, Noorwegen, Zweden en Australië dat OTB in april 2016 in opdracht van BZK heeft uitgevoerd.

OTB concludeert dat het Nederlandse nieuwe systeem in essentie afwijkt van de stelsels in de andere landen. Dit geldt met name het feit dat er in Nederland eisen worden gesteld aan het kwaliteitsborgingsinstrument en in de andere landen vooral de bouwprofessionals aan bepaalde eisen moeten voldoen. In mindere mate geldt dat ook voor de rol die gemeenten spelen. In de meeste onderzochte landen is de scheiding tussen toezicht en handhaving niet zo strikt en spelen gemeenten ook een inhoudelijke rol bij het kwaliteitsborgingproces.

Het gehele artikel is te lezen via de website van VBWTN. In aanvulling op het rapport van OTB is door EIB in 2017 een aanvullend onderzoek uitgevoerd.