Discussie in Cobouw: amendementen wel of niet goed verwerkt?

In Cobouw van 8 december jl.  schrijft voormalig Tweede Kamerlid Albert de Vries een opiniestuk over de Wkb. Hij stelt dat (de voorhangversie van) het Besluit kwaliteitsborging voor het bouwen (Bkb) niet voldoet aan zijn amendementen bij de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb). Dat zijn opinie niet door iedereen gedeeld wordt, blijkt uit twee reacties in Cobouw van 11 en 15 december jl. van respectievelijk ing. Gert-Jan van Leeuwen en mr. dr. ing. Peter de Haan.

De Vries schrijft dat zijn amendementen als doel hebben om te regelen dat bij de bouwmelding een risicobeoordeling wordt ingediend en bij gereedmelding een dossier bevoegd gezag. De amendementen waren mede de reden dat de PvdA uiteindelijk voor de Wkb heeft gestemd. De Vries stelt in zijn opiniestuk dat de door hem beoogde risicobeoordeling en dossier bevoegd gezag ‘niet of slechts in zeer beperkte mate’ recht wordt gedaan.

Van Leeuwen merkt in zijn artikel van 11 december op dat De Vries oude koeien uit de sloot haalt. De aangenomen amendementen maken dat de gemeenten zo nodig de bouwtechnische voorschriften kunnen handhaven. Naast de rol van de kwaliteitsborger en de Tlokb. Het is uiteindelijk weer een voorbeeld van polderdemocratie; het welbekende compromis. Van Leeuwen stelt dat als De Vries geen wijzigingen in het gemeentelijke bouw- en woningtoezicht wilde, de PvdA tegen de Wkb had moeten stemmen.

De Haan spreekt in zijn artikel over De Vries als een olifant die destijds door de spreekwoordelijke porseleinkast is gegaan. Hij merkt op dat het naar zijn mening sowieso slechte amendementen waren, nu de wetteksten en de toelichtingen niet overeenkomen. De Haan stelt daarnaast dat de amendementen wel goed zijn verwerkt en De Vries kennelijk moeite heeft om het Bkb goed te interpreteren. Zo staat woordelijk in het Bkb dat de kwaliteitsborger rekening kan houden met andere kwaliteitsborgingssystemen, hetgeen volgens De Vries onterecht in de tekst ontbreekt.

De discussie in Cobouw is ontstaan naar aanleiding van de antwoorden op vragen naar aanleiding van het ontwerpbesluit kwaliteitsborging die door minister Ollongren recent naar de Eerste en Tweede Kamer zijn gestuurd. In de brief wordt toegelicht welke wijzigingen ten opzichte van dat ontwerpbesluit nog worden aangepast. De VNG heeft aangegeven dat met de voorgenomen wijzigingen er wat hen betreft geen inhoudelijke belemmeringen meer zijn om de Wkb in te voeren.

Samenvatting afspraken VNG en BZK in het Besluit kwaliteitsborging

Op 25 november heeft minister Ollongren de antwoorden op Kamervragen over het Ontwerpbesluit kwaliteitsborging aan de Eerste Kamer en Tweede Kamer gezonden. In de beantwoording is aangegeven op welke manier de afspraken tussen VNG en BZK over de rol van het bevoegd gezag zijn verwerkt. Deze afspraken – waarover vorige maand een akkoord is bereikt – hebben betrekking op aanpassing van het Besluit kwaliteitsborging op de volgende punten:

  • Specifieke lokale omstandigheden. Door de gemeente kenbaar gemaakte omstandigheden / risico’s moeten worden opgenomen in de risicobeoordeling.
  • Toezichtinformatie. De Wkb biedt het bevoegd gezag de mogelijkheid om vooraf informatie op te vragen over specifieke onderdelen van een bouwproject en het moment van starten van die onderdelen. Dit ter voorbereiding op eventueel toezicht tijdens de bouw.
  • Gereedmelding. In het Besluit kwaliteitsborging is verduidelijkt welke gegevens moeten worden aangeleverd bij de gereedmelding.

In Bouwkwaliteit in de Praktijk nr. 9 is een artikel opgenomen waarin deze afspraken op verder worden toegelicht.

 

‘Bouwen onder kwaliteitsborging is flexibeler’

Het cpo-project Nieuwe Gracht in Delft (Foto: Ralph Kamena)

Architect Liesbeth Janson (Studio Huijgens) hoeft niet meer te worden overtuigd van nut en noodzaak van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen. Zij heeft al sinds 2016 ervaring met het bouwen volgens de Wkb-systematiek, via pilotprojecten in Delft. Afgelopen voorjaar is het tweede appartementengebouw opgeleverd dat Janson ontwierp in Nieuw Delft (spoorzone): negen appartementen en een studio. Beide zijn cpo-projecten, dus in collectief particulier opdrachtgeverschap tot stand gekomen. Juist bij dit soort projecten vraagt de opdrachtgever vaak om aanpassingen tijdens de bouw. Janson: ‘Als je bouwt volgens de Wkb, kun je veel flexibeler zijn met die aanpassingen. Het bouwplan ligt op het aanvraagmoment van de omgevingsvergunning alleen vast op uitgangspunten bestemmingsplan en Welstand. De kwaliteitsborger toetst elke planfase mee, dus als tijdens de planvoorbereiding iets wijzigt gaat dat direct mee in de volgende beoordeling. De onafhankelijke kwaliteitsborger toetst die vervolgens op praktische uitvoerbaarheid, op veiligheid en op de voorschriften uit het Bouwbesluit.’

Inmiddels is Janson gestart met het derde cpo-project in Delft (Nieuw Delftse Poort), opnieuw met een onafhankelijke kwaliteitsborger op voorstel van de gemeente. ‘De kwaliteitsborger toetst het gebouw op honderden punten, de meeste natuurlijk tijdens de uitvoering, maar ook de ontwerpstukken worden in de aanloopfase op vaste onderdelen gecheckt.  Als architect word je daar scherper van, maar als bouwer ook. De aansprakelijkheid voor de uitvoeringskwaliteit ligt bij de bouwer. Er zijn daarom bij aannemers zelf ook interne kwaliteitscontroleurs, zodat het vaak nog zoeken is naar de beste methode waarop deze controle gemeenschappelijk wordt gedeeld en behandeld. Dat proces wordt dankzij de kwaliteitsborger steeds beter beheerst. Zo wordt bijvoorbeeld letterlijk elke geplaatste ruit gecontroleerd op het voorgeschreven glastype. Voorheen gebeurde dat misschien niet altijd. Het is in het belang van alle partijen dat de kwaliteitsborger er op veel momenten langs loopt. Niemand zal nu meer een leidingschacht sluiten zonder dat er foto’s zijn gemaakt om aan te kunnen tonen dat de brandveiligheid in orde is.’

Voorbeeld van een controlerapport in Snagstream

Hogere kosten?
Een kwaliteitsborger moet uiteraard ook worden betaald. Je zou dus kunnen denken dat de Wkb kostenverhogend gaat werken in de bouw, maar Janson heeft ervaren dat dit niet het geval hoeft te zijn. Zo heeft de gemeente Delft de bouwleges voor de Wkb-pilotprojecten met 10 procent verlaagd, waaruit de kosten voor de borger konden worden betaald. Een ander gunstig effect is dat er misschien minder faalkosten worden gemaakt, omdat er voortdurend tijdens de bouw wordt gecontroleerd of er volgens het bestek en Bouwbesluit wordt gewerkt. Janson: ‘Je wil niet weten hoeveel er vaak gesloopt moet worden omdat er niet volgens de tekening wordt gebouwd.’

Wel vraagt de Wkb-systematiek extra energie – lees: werkuren – van alle betrokken partijen, maar, zegt Janson, dat is vooral een kwestie van met elkaar uitvinden hoe je omgaat met de vereiste kwaliteitstoetsing. Een open startoverleg met alle betrokkenen voor de aanvang van de bouw is een must, om afspraken, verwachtingen en werkwijze af te stemmen. ‘Waar ligt de balans tussen controle en eigen verantwoordelijkheid? Wordt er gemuggenzift of worden er terechte aanpassingen gevraagd?’

Tot nu toe heeft Janson samengewerkt met PlanGarant als kwaliteitsborgers. Maar, ook zzp’ers verschijnen op deze markt, onder andere architecten die zich laten omscholen. Daar schuilt wat Janson betreft ook een gevaar in: dat zij te veel met de blik van een architect naar een project kijken, terwijl er een bredere toetsing wordt gevraagd. Janson geeft daarom de voorkeur aan een toetsingsorganisatie met verschillende disciplines, ‘al wil je natuurlijk niet dat de plantoetsers een tweede overheid worden’.

Akkoord VNG en minister Ollongren over Wet Kwaliteitsborging

Nieuwsbericht | 12-11-2020 | Ministerie van Binnenlandse zaken

Logo VNGDe Vereniging Nederlandse Gemeenten en minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) hebben een akkoord bereikt over de Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb). Met dit akkoord tussen gemeenten en het ministerie is een belangrijke stap gezet richting de beoogde inwerkingtreding van de wet op 1 januari 2022.

Minister Ollongren: “Ik ben blij met dit akkoord tussen gemeenten en Rijk. De kwaliteit van bouwprojecten is hiermee sterker geborgd en de consument beter beschermd. En de gemeente behoudt haar toezichthoudende en handhavende bevoegdheden”.

Wethouder Liesbeth Grijsen, lid van de VNG-commissie Ruimte, Wonen en Mobiliteit: “Het is goed dat gemeenten nu duidelijkheid krijgen over de juridische borging van de verantwoordelijkheden van het bevoegd gezag. Met dit akkoord zijn wat ons betreft de juridische belemmeringen weggenomen. Gemeenten en ook alle andere betrokkenen kunnen zich nu gaan richten op de voorbereidingen voor de invoering van de wet. Partijen staat nu niets meer in de weg om aan de slag te gaan met proefprojecten”.

De Wkb heeft als doel de bouwkwaliteit te verbeteren door de toets vooraf op de papieren bouwplannen te vervangen door de toets in de praktijk op de bouwplaats zelf tijdens het bouwproces. Deze toets in de praktijk zal (in eerste instantie voor bouwwerken gevolgklasse 1) door onafhankelijke kwaliteitsborgers worden uitgevoerd. Daarnaast wordt de aansprakelijkheid van de bouwer vergroot voor bouwfouten. Dit biedt toekomstige bewoners meer zekerheid dat hun woning zonder fouten wordt opgeleverd en de garantie dat fouten worden hersteld of worden vergoed.

In 2019 waren de Kamers reeds akkoord gegaan met deze wet. Bij de verdere uitwerking van de regelgeving hadden de gemeenten zorgen over de uitvoerbaarheid op een aantal onderdelen, die door het akkoord zijn weggenomen. Zo wordt de taakverdeling tussen gemeenten en kwaliteitsborger nog duidelijker beschreven, krijgen de gemeenten de mogelijkheid om in specifieke gevallen informatie over een project op te vragen en wordt een duidelijk onderscheid gemaakt tussen de risicobeoordeling en het borgingsplan. Ook is afgesproken dat er een onderzoek komt, om inzicht te krijgen in de kosten die het toezicht op de gehele bouwregelgeving met zich meebrengt voor gemeenten (art. 2 Financiële verhoudingswet).

De Wkb sluit aan bij de implementatie van de Omgevingswet, die beide beoogd zijn om op 1 januari 2022 in werking te treden. Het akkoord biedt alle partijen de mogelijkheid om aan de slag te gaan met proefprojecten en de implementatie van de Wkb.

Kick-off ambassadeursnetwerk Wkb in Rotterdam

BRON: Website VNG

De proefprojecten voor de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen gaan nu echt van start. In Rotterdam is de spits afgebeten met de kick-off voor het Ambassadeursnetwerk kwaliteitsborging. Meer dan 40 deelnemers deelden digitaal de eerste ervaringen met de proefprojecten.

Een ambassadeursnetwerk bestaat uit een ambassadeursgemeente, een aantal omringende gemeenten, aannemers en kwaliteitsborgers. Tijdens de kick-off wisselden gemeenten waar al proefprojecten zijn gestart, kennis en ervaring uit. Binnen het netwerk worden de komende maanden nog minimaal 10 projecten opgestart. Omliggende gemeenten en andere geïnteresseerden kijken mee en alle partijen leren van elkaar.

Netwerken in het hele land
In het hele land gaan de komende maanden 18 netwerken aan de slag met de proefprojecten.  Zij gaan hierin leren en ervaren hoe de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen werkt. Deze kennis en ervaring wordt gedeeld met alle gemeenten in Nederland.

Op korte termijn gaan de netwerken in Almere, Zaanstad en Den Haag beginnen. Geïnteresseerden kunnen zich aanmelden bij 1 van de ambassadeursgemeenten of via wkb@vng.nl.

Conceptakkoord over verdere uitwerking Besluit kwaliteitsborging

BRON: BWTinfo.nl

Het ministerie van BZK en de VNG, mede namens de Vereniging Bouw en Woningtoezicht Nederland (VBWTN), hebben deze week overeenstemming bereikt over de verdere uitwerking van het besluit kwaliteitsborging voor het bouwen (Bkb). Met dit conceptakkoord zijn wat BZK en VNG betreft alle juridische belemmeringen weggenomen. Partijen kunnen zich nu gaan richten op de voorbereidingen voor de invoering van de wet op 1 januari 2022.

Begin 2019 hebben de VNG en minister Ollongren de ambities over de rol van het bevoegd gezag en de implementatie vastgelegd in een gezamenlijk bestuursakkoord. Het ontwerpbesluit dat in april dit jaar in voorhang is gebracht, voldeed volgens de VNG echter nog niet aan deze afspraken die in het bestuursakkoord waren opgenomen. De afspraken die nu zijn gemaakt, geven een goede invulling aan hetgeen in het bestuursakkoord is beoogd.

In het besluit kwaliteitsborging voor de bouw wordt de taakverdeling duidelijker beschreven en wordt een duidelijk onderscheid gemaakt tussen de risicobeoordeling en het borgingsplan.  De gemeente toetst bouwplannen niet meer vooraf. De gemeente houdt haar toezichthoudende en handhavende bevoegdheden zoals die binnen het nieuwe stelsel en de Omgevingswet zijn beoogd. Om deze taken zo goed mogelijk uit te voeren moet het bevoegd gezag beschikken over voldoende informatie. Dit is in de Wkb geborgd door het verstrekken van een risicobeoordeling en een daarop gebaseerd borgingsplan voorafgaand aan de bouw. Op verzoek van het bevoegd gezag worden gegevens en bescheiden verstrekt over specifieke bouwwerkzaamheden en de momenten waarop deze worden uitgevoerd. Dit met het oog op het voorkomen en of beperken van risico’s die van invloed kunnen zijn op het voldoen van het te bouwen bouwwerk aan de bouwtechnische regels. In de risicobeoordeling moeten door de gemeente aangegeven lokale risico’s worden meegenomen.

De kwaliteitsborger maakt op basis van deze risicobeoordeling een plan van aanpak: het zogeheten Borgingsplan waarin hij aangeeft op welke wijze met in achtneming van alle risico’s hij het bouwproject zal gaan borgen.

Er staat alle partijen nu niets meer in de weg om aan de slag te gaan met proefprojecten en de implementatie van de Wkb!

BNA: Hoe werkt de Wkb bij ‘unieke’ projecten?

Ook vergunningplichtige verbouwingen en niet-seriematige bouw valt vanaf 2022 onder de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen. Maar hoe werk de Wkb bij deze ‘unieke’ projecten? Ieder project is immers weer anders! Om een antwoord op deze vraag te geven is de BNA gestart met een serie proefprojecten, gericht op ‘unieke’ projecten.

De Wkb brengt voor architectenbureaus werkzaam in de niet-seriële woning(ver)bouw grote wijzigingen met zich mee. Projecten in dit segment vragen extra aandacht: de kosten van kwaliteitsborging kunnen niet over meerdere woningen worden verspreid. Dit kan potentieel een forse en ongewenste kostenverhoging voor particuliere opdrachtgevers betekenen. Voor deze groep architectenbureaus en opdrachtgevers start de BNA een serie Wkb-proefprojecten. Doel is de effecten in beeld te krijgen en architecten handvatten te geven hoe zij hun rol in het nieuwe stelsel zo optimaal en kostenefficiënt mogelijk kunnen invullen. Uitgangspunt is dat de kwaliteit van het ontwerp van architecten door interne kwaliteitscontroles op de architectenbureaus beter worden vastgelegd. En beter gecommuniceerd met ketenpartners. De kwaliteitsborger hoeft daardoor minder tijd te besteden aan het controleren van het bouwplan en de opdrachtgever heeft minder kosten.

Specifieke vragen die in de proefprojecten aan de orde komen zijn:

  • Wat is de tijdbesteding van de kwaliteitsborger bij dit soort projecten?
  • Welke informatie heeft de kwaliteitsborger nodig en wie stelt deze informatie op?
  • Hoe kan de architect de tijdbesteding van de kwaliteitsborger zo veel mogelijk beperken? Bijvoorbeeld via directievoering en toezicht.

Onderdeel van het project van de BNA is verder voorlichting aan architecten en andere geïnteresseerden via webinars en bijeenkomsten (zie kader). De resultaten van de proefprojecten moeten bijdragen aan een effectieve en (kosten) efficiënte kwaliteitsborging. Voor vragen over en deelname aan de proefprojecten kunt u contact opnemen met Alexander Pastoors van de BNA. Meer informatie is ook te vinden op de Wkb-site van de BNA.


Op 16 september (Eindhoven) en 21 september (Rotterdam) heeft de BNA voorlichtingsbijeenkomsten gehouden voor architecten. Het programma van de bijeenkomsten bestond uit een toelichting op de Wkb door Hajé van Egmond (BZK) en een uitleg van de privaatrechtelijke gevolgen door Remco Smith (Fundament Advocatuur). In een gesprek met een Expertpanel ging Alexander Pasteroors van de BNA vervolgens in op de ervaringen met kwaliteitsborging. Respectievelijk Marlies Zuidam (FAAM Architects) en Annemiek Braspenning (No Label) gaven inzicht in hun ervaringen. Keimpe Stroop van gBou gaf uitleg over de werkzaamheden van een kwaliteitsborger. In Rotterdam was daarnaast Remco Verschoor van de gemeente Rotterdam aanwezig die een toelichting gaf op het project Architect aan Zet. Zaken die naar voren kwamen in de beide bijeenkomsten waren:

  • Je mag niet je eigen projecten borgen maar je kan al wel veel doen ter voorbereiding van het werk van de kwaliteitsborger. Als architect kan je je klant ontzorgen door alles rondom bouwen en kwaliteitsborging te regelen: de omgevingplanvergunning, de bouwmelding en de kwaliteitsborger. Je kan daarbij als architect veel voorwerk doen voor de kwaliteitsborger. Hoe meer zaken je zelf regelt des te minder hoeft de kwaliteitsborger te doen. En dat scheelt tijd en geld.
  • Overleg tijdig met een kwaliteitsborger. Volgens de wet hoeft er pas vlak voor de bouw een kwaliteitsborger ingeschakeld te worden. In de praktijk is het verstandiger om al eerder een kwaliteitsborger mee te laten kijken. Dit maakt dat eventuele problemen snel in beeld zijn en voorkomt vertraging vlak voor de start van de bouw.
  • Werken met een kwaliteitsborger is samenwerken. Spreek af wat de architect zelf aan doet (plantoetsing, controles, etc.) en welke informatie op welk moment beschikbaar moet zijn. Ga ook samen op de bouwplaats kijken. Leer van elkaar.

Alle partijen roepen tenslotte op om te gaan oefenen met kwaliteitsborging. Over ruim een jaar moet je werken met een kwaliteitsborger. Nu heb je nog de kans om samen te kijken hoe bouwen onder kwaliteitsborging het beste kan worden ingericht.


 

 

Digitale informatie voor het Dossier Bevoegd Gezag

Als gevolg van de invoering van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen zullen betrokkenen steeds vaker gevraagd worden om de prestatie hun werkzaamheden aan te tonen. Niet alleen aannemers voor het consumentendossier, maar ook opdrachtgevers voor het dossier bevoegd gezag en kwaliteitsborgers voor het borgingsplan, toetsing en toezicht. De gevolgen van de Wkb werken op dit punt door in de gehele keten.

Leveranciers van bouwmaterialen staan het begin van de (informatie) keten van ieder bouwproject. De Nederlandse Vereniging Toeleverende Bouwmaterialenindustrie (NVTB) heeft daarom een eerste inventarisatie laten uitvoeren naar de informatie die vanuit leveranciers beschikbaar is. Doel was het in kaart brengen van de aansluiting tussen beschikbare productdocumentatie en de voor het dossier bevoegd gezag noodzakelijke informatie. Dit is met partners uit de brede bouwketen gedaan inclusief bevoegd gezag. In een aantal bijeenkomsten is deze informatie opgehaald en gecategoriseerd in een vijftal niveaus (zie afbeelding).

Aandachtspunten die uit de bijeenkomsten naar voren komen zijn:

  • Opvolgen van installatie- en verwerkingsvoorschriften is cruciaal voor de te leveren prestatie, maar wordt in veel gevallen niet aantoonbaar gemaakt.
  • Procescertificatie en uitvoeringsrichtlijnen zijn lang niet altijd beschikbaar.
  • Er is te weinig aandacht voor verificatie en validatie van het ontwerp en voor prestatiemetingen aan het eindproduct.

De resultaten, aangeboden aan de Regiegroep kwaliteitsborging, zijn een eerste ‘momentopname’ op basis van de input van de deelnemers aan de sessies. In de komende tijd zal onderzocht moeten worden hoe dit verder kan worden uitgewerkt, waarbij met name de informatiewisseling en digitalisering aandacht verdiend.

Het advies, rapport en het bijbehorende Excelbestand zijn via de links de downloaden. De resultaten van het project worden meegenomen in het project Digitalisering dossier bevoegd gezag.