Meer prioriteit voor toegankelijkheid?

In 2016 heeft Nederland het VN Verdrag Handicap geratificeerd. Artikel 9 van het verdrag verplicht Nederland om bestaande en nieuwe gebouwen geleidelijk en proactief volledig toegankelijk te maken voor personen met een handicap. Dat neemt niet weg dat Nederland ook nu al meer kan doen om gebouwen sneller en beter toegankelijk te maken.

In het artikel Verbetering toegankelijkheid VN Verdrag Handicap in het Tijdschrift Handicap & Recht gaat Ottilie Laan in op de gevolgen van het VN-Verdrag Handicap met betrekking tot de fysieke toegankelijkheid van gebouwen in relatie tot de huidige en toekomstige bouwregelgeving zoals de Omgevingswet en de Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen. Het is de bedoeling dat beide wetten op 1 januari 2021 [Red: 1 juli 2022] in werking treden.

Ook beschrijft Ottilie wat Nederland kan doen om gebouwen sneller en beter toegankelijk te maken, met en zonder het VN Verdrag Handicap. Niet alleen door aanpassing van het Bouwbesluit, maar ook door het benutten van privaatrechtelijke mogelijkheden, zoals het opnemen van de volledige toegankelijkheid van het gebouw als eis in de aanbesteding en die toegankelijkheid integraal onderdeel te maken van het ontwerp.

Met de komst van kwaliteitsborging is het de verwachting en de hoop dat kwaliteitsborgers de toegankelijkheidseisen in het Bouwbesluit meer prioriteit gaan geven.

Kwaliteit moet je willen leveren…

In Bouwkwaliteit in de Praktijk nr. 4 een interview met Jan Pieter van Dalen. Jan Pieter is al een aantal jaar actief binnen kwaliteitsborging en dan vooral aan de kant van de aannemer. Uit de diverse pilots waarin Jan Pieter heeft meegedraaid komt het volgende beeld naar voren:

  • Bouwers willen zich nu nog wel eens verschuilen achter de vergunning
  • Door werken volgens de Wkb komt er meer aandacht voor uitvoeringskwaliteit
  • De focus van de aannemer is nu sterk gericht op goed en deugdelijk werk. De Wkb voegt daar aandacht voor het Bouwbesluit aan toe
  • De communicatie schiet nog eens te kort op dit moment

Jan Pieter pleit er voor nu vooral snel aan de slag te gaan: “De Wkb zal in het begin zeker nog niet perfect zijn, maar gaandeweg zullen verbeteringen naar voren komen.”

Het gehele artikel is via deze link te lezen.

Jan Pieter van Dalen is adviseur, praktijkdocent aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) en kerndocent bij de post HBO-opleiding Bouwprocesmanagement van de Stichting Kennisoverdracht Onderzoek en Ontwikkeling Bouwprocesmanagement (SKOOB)

14 mei duidelijkheid over Wet kwaliteitsborging

Morgen (14 mei 2019) komt er dan eindelijk duidelijkheid over het al dan niet doorgaan van de Wet kwaliteitsborging voor het Bouwen (Wkb). Om 13.35 stemt de Eerste Kamer – na een laatste debat op 23 april jl. – over de wet. Vooruitlopende op de stemming is een aantal artikelen en nieuwsberichten verschenen over de Wkb. Een kort overzicht:

  • Onder de titel Versterkt nieuwe Bouwwet positie bouwconsument wel echt? geeft Mr Ewald L.J. van Hal zijn visie over de vraag of de Wkb de positie inderdaad verbetert. Zijn conclusie is dat dat inderdaad het geval is, maar wel met de kanttekening dat dit niet noodzakelijkerwijs een duidelijkere positie is.
  • Gert-Jan van Leeuwen vraagt zich in Cobouw af hoe het CDA de bouwkwaliteit borgt. In het artikel geeft Gert-Jan een beschrijving van de (politieke) “geboorte” van het wetsvoorstel, waarbij hij het CDA er aan herinnert dat ze zelf aan de wieg van het voorstel hebben gestaan. Mede omdat de vragen het CDA in de Eerste kamer stelt ook al in de Tweede Kamer aan de orde zijn geweest zou het vreemd zijn als het CDA hun “eigen” wet met een tegenstem nu alsnog bij het grofvuil zetten.
  • In een artikel op de website van RTL-nieuws komt Rob Mulder, directeur consumentenzaken van Vereniging Eigen Huis, aan het woord over de Wkb. De huidige situatie is volgens  Rob Mulder van de Vereniging Eigen Huis nogal krom. “Vergelijk het met de aankoop van een nieuwe auto waarvan de ruitenwissers het niet blijken te doen. Elke garage zal dat probleem verhelpen, ook als het pas later wordt ontdekt. Maar bij een huis werkt dat nu dus nog niet zo.”
  • In Cobouw tenslotte nog een interview met de kwaliteitsborger Martijn Oltrop van gBou. In het interview vertelt Martijn Oltrop over het werk als kwaliteitsborger en geeft hij antwoord op de eeuwige vraag of de slager niet zijn eigen vlees keurt. Martijn is daar helder over: “Natuurlijk kunnen er delicate situaties voorkomen, waarbij bouwers niet zitten te wachten op een kritische kwaliteitsborger die ze nota bene zelf betalen. Ik moet dan mijn rug recht houden. Bovendien komt daar een overheidsinstantie (ZBO) boven te staan die dit soort zaken moeten voorkomen.”

Mocht de Wkb worden aangenomen dan zal de wet volgens de huidige planning in 2021 in werking trekking voor Gevolgklasse 1.

Nadere toelichting criteria pilots Wkb

Minister Ollogren heeft een nadere toelichting op de vraag ‘wanneer kan de Wkb met voldoende vertrouwen worden ingevoerd?’ aan de Eerste Kamer gestuurd. De Groen Links fractie in de Eerste Kamer had tijdens het debat van 23 april 2019 om een dergelijke toelichting gevraagd.

In de brief worden een aantal criteria genoemd die bepalend zijn voor het oordeel over pilots, waarbij de 6 criteria genoemd in het bestuursakkoord als leidraad worden gebruikt:

  1. De aanwezigheid van voldoende waarborgen moet blijken uit goedkeurende verklaringen tijdens de proefprojecten.
  2. Nieuwe proefprojecten zijn succesvol te noemen – en er zijn dus geen onoverkomelijke knelpunten – wanneer uniforme werkwijzen zijn ontwikkeld, waarbij de juiste informatie steeds tijdig en adequaat beschikbaar is en wanneer door kwaliteitsborgers goedkeurende verklaringen worden afgegeven.
  3. Of de ICT op orde is wordt gezamenlijk door VNG en het Rijk beoordeeld.
  4. De Toelatingsorganisatie dient minimaal een half jaar voor de start van het nieuwe stelsel in staat te zijn om instrumenten toe te laten.
  5. Voor alle soorten bouwwerken vallend onder gevolgklasse 1 moet minimaal één instrument beschikbaar zijn.
  6. De regiegroep die de proefprojecten gaat begeleiden zal de taak krijgen vast te stellen of sprake is van voldoende kwaliteitsborgers om met het stelsel te kunnen starten.

De brief is te lezen via deze link. Op 14 mei zal blijken of hiermee de Eerste Kamer voldoende vertrouwen heeft om wetsvoorstel aan te nemen. De minister is hierover duidelijk in de brief “Het is de hoogste tijd om deze periode nu af te sluiten en samen stappen te zetten naar een praktijk met een betere bouw- kwaliteit en minder bouwfouten.”

Symposium “Risicoleiderschap in de bouw”

De informatie op deze pagina is afkomstig van SKOOB en is geplaatst onder "Marktinitiatieven" op de website van iBK. Via de betreffende pagina biedt iBK organisaties de mogelijkheid om diensten en producten in het kader van kwaliteitsborging te presenteren.

Op 14 mei organiseert de SKOOB het middagsymposium Risicoleiderschap in de bouw. In een bouwproces vol onzekerheden vraagt het realiseren van succesvolle projecten om een op kennis ingerichte beheerste aanpak. Want wat kan er fout gaan? En hoe kunnen we dit vóór zijn? Het nadenken over risico’s én kansen zit de bouwprocesmanager in de genen en bepaalt uiteindelijk het succes. Een integrale aanpak vraagt om risicoleiderschap. Een voorwaarde om tot duurzaam succes te komen.

Tijdens het symposium nemen diverse sprekers u mee in de risico’s in het bouwproces en hoe hiermee om te gaan. De slotspreker is Martin van Staveren,  kerndocent aan de executive masteropleidingen Risicomanagement en Public Management, Universiteit Twente, die zal reflecteren op risicomanagement in de bouw.

Meer informatie over het symposium vindt u in de flyer hieronder. U kunt zich inschrijven via de website van SKOOB. U ontvang bij deelname aan het symposium het boek Risicomanagement, zodat u zelf ook direct aan de slag kunt!

Kwaliteitsborging op weg naar stemming…

Vanaf de toezending van het bestuursakkoord tussen VNG en BZK aan de Eerste Kamer begin dit jaar, is de stroom aan nieuwsberichten en brieven richting politiek weer langzaam op gang gekomen. De Eerste Kamer heeft aangegeven nog deze periode het dossier Wkb af te willen handelen. Gezien het nieuws dat de bouw jaarlijks nog steeds minstens 5 miljard weggooit lijkt het in ieder geval tijd worden dat er (publiek of privaat) stappen worden gezet. Een kort overzicht van een deel van de discussie (met dank aan Cobouw).

Juridische discussie

Cobouw trapt begin 2019 af met een aantal interviews met juristen over het beoogde wetsvoorstel. Op 22 januari kopt Cobouw ‘Wet kwaliteitsborging rijp voor sloop’ boven een interview met Richard Neerhof, hoogleraar bestuursrecht aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. Neerhof is bang voor een bureaucratisch monster. Hij is van mening dat een stelsel van private kwaliteitsborging zonder Rijkstoezicht moet kunnen en wil terug naar een systeem waar de partijen echt zelf verantwoordelijk zijn. In het zelfde artikel constateert Remco Smith, bouwadvocaat te Rotterdam, dat gemeenten door het bestuursakkoord wel een erg stevige vinger in de pap houden. Toch adviseert de bouwadvocaat de Eerste Kamer – bij gebrek aan beter – akkoord te gaan met de Wkb.

Een paar dagen later volgt een interview met Stephanie Gulijk, hoogleraar Privaatrecht. Wederom in Cobouw, stelt prof. Gulijk dat in de Wkb de bal wel erg vaak bij de aannemer wordt gelegd: ‘Waar is architect in Wet kwaliteitsborging?’. Ze is het verder met Prof. Neerhof eens dat het systeem wellicht wel erg complex wordt.

In een brief aan Eerste Kamer geven beide hoogleraren aan dat hun analyses en stellingnamen in Cobouw niet volledig zijn weergegeven en leggen ze het geheel nog een keer goed uit.

Eind maart krijgen de hoogleraren onder de noemer ‘Wet kwaliteitsborging, nu tijd voor actie’ weerwoord van Mr. Marco de Boer, partner bij VBTM Advocaten. De Boer wijst er op dat het alleszins redelijk is dat degene die de fout maakt ook aansprakelijk is voor die fout. Voordelen ziet De Boer met name in het wegvallen van een grotere aansprakelijkheid van de opdrachtgever als deze besluit zelf ook toezicht te gaan houden. Een nadrukkelijk probleem van het huidige stelsel.

Aannemerij verdeeld?

Tijdens een Cobouwcafé begin januari geeft Maxime Verhage aan dat wat Bouwend Nederland betreft de bezwaren tegen de Wet kwaliteitsborging bouw niet zijn weggenomen door de minister. In een discussie met Koerhuis (VVD) over de Wkb geeft hij aan dat het streven naar kwaliteitsverbetering onvoldoend in de wet tot uiting komt. Het standpunt van Koerhuis dat het instorten van de parkeergarage in Eindhoven toch laat zien dat de wet noodzakelijk is, pareert Verhage met de opmerking dat dat ‘ook te maken [had] met falend toezicht van de gemeente’. Verhagen vreest verder voor dubbel werk, dubbele kosten en leges die niet omlaag zullen gaan. Een mogelijk terechte vrees die ook gedeeld wordt door meerdere deelnemers aan proefprojecten.

Op 14 februari constateert Cobouw dat de AFNL – tot nu toe voorstanden van de Wkb – ‘draait’ richting Bouwend Nederland en zich nu ook publiekelijk keert tegen de Wet kwaliteitsborging. In een brief aan Cobouw reageert AFNL dat er geen sprake is van een draai. Bestuur en leden van de AFNL spreken zich nog steeds uit voor invoering van de Wkb. Wat niet wil zeggen dat alle leden voor zijn natuurlijk!

Ondertussen, in de markt…

Nadat de meeste marktpartijen na 11 juli 2017 de Wkb op een laag pitje hebben gezet, gaat een aantal partijen door met kwaliteitsborging. Met name partijen werkend onder het Keurmerk Garantiewoningen (Woningborg, SWK en PlanGarant) gaan gestaag verder met projecten en ook andere partijen organiseren bijeenkomsten of wisselen op een andere manier informatie uit. Tenslotte blijft ook een grote opdrachtgever als Aedes benadrukken dat de wet noodzakelijk is voor een verbetering in de bouw.

Dat de bouw inderdaad nog we een en ander te verbeteren heeft, laat het recente onderzoek van ABN Amro zien: jaarlijks verspilt de bouw nog steeds 5 miljard aan het herstellen van missers. Stel nu dat EIB gelijk heeft en de Wkb hier daadwerkelijk een deel vanaf zou kunnen halen….

 

Eerste Kamer hervat debat Wkb met derde termijn

Op 11 juli 2017 heeft de Eerste Kamer – op verzoek van de toenmalige minister Plasterk – de behandeling van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) aangehouden. Tijdens het vergadering van de Eerste Kamercommissie Binnenlandse Zaken van 2 april 2019 is besloten de behandeling van de Wkb te hervatten. In de korte aantekening van het overleg is het volgende opgenomen:

De brief van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 26 maart 2019 inzake Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (34453, M) wordt voor kennisgeving aangenomen. De commissie stelt voor nog deze zittingsperiode een korte derde termijn over het wetsvoorstel te houden. De staf gaat na wat een geschikte datum is.

De huidige zittingsperiode van de Eerste Kamer loopt op 11 juni af en van 24 april 2019 tot en met 13 mei 2019 zijn er geen vergaderingen in verband met de meivakantie van de Eerste Kamer. Het wachten is nu op de datum waarop de plenaire vergadering gepland wordt. De stemming over het wetsvoorstel is vervolgens binnen afzienbare tijd na de plenaire vergadering te verwachten.

Beantwoording vragen Wkb aan Eerste Kamer verzonden

Op 25 maart 2019 heeft Minister Ollongren de schriftelijke vragen van de Eerste Kamer van 9 maart jl. over de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen beantwoord.

In de beantwoording gaat de minister nadrukkelijk in op de wijze waarop de aansprakelijk voor gebreken nu en na invoering van de Wkb werkt. Van belang is dat het ook na invoering van de Wkb aan de opdrachtgever is om aan te tonen dat er sprake is van een gebrek. Alleen als dat het geval is, is het aan de aannemer om te bewijzen dat een eventueel gebrek niet aan hem is toe te rekenen. De minister geeft aan dat er bijvoorbeeld geen sprake van toerekenbaarheid kan zijn als een door de aannemer gegeven waarschuwing door de opdrachtgever in de wind wordt geslagen.

Naast aansprakelijkheid van de aannemer en adviseurs wordt in de brief uitgebreid ingegaan op de onafhankelijkheid van kwaliteitsborger, de gevolgen voor de leges, proefprojecten, het bestuursakkoord en de relatie tussen werkzaamheden van gemeenten en kwaliteitsborgers.

Op de vraag van het CDA waarom de wet eerst moet worden aangenomen alvorens met proefprojecten gestart kan worden, geeft de minister een antwoord dat waarschijnlijk bij alle partijen gedragen zal worden: zonder wet geen duidelijkheid! Uit de antwoorden blijkt dat dit ook voor het ministerie zelf het geval is: een groot deel van de resterend punten kan en zal pas kunnen worden ingevuld nadat er duidelijkheid is over de wet.

De Eerste Kamer is voornemens de wet nog voor installatie van de nieuwe Eerste Kamer (11 juni 2019) te behandelen.

Via deze link kan de brief worden gedownload.