“Private kwaliteitsborging: wanneer gaan we ons voorbereiden?”

imageBouwdossier – één van de partijen achter de Erkenningsregeling kleine bouwwerken – doet op haar website een oproep om landelijk te starten met pilots Kwaliteitsborging. De nu lopende pilots zijn veelal op te kleine schaal en het grootste deel van de bouw betrokken partijen en gemeenten wachten af wat er gaat komen. De analyse van Pieter Plass – de auteur van het artikel – is dat de sleutel voor succes van deze pilots ligt bij gemeenten. Bewegen de gemeenten, dan komen ook de rest in beweging.

Of dit partijen in beweging kan krijgen? Of wachten we gewoon met z’n allen af tot het gemeentelijke loket sluit en de bouw het zelf moet regelen? Beste bouw: pak het op!

Lees het het gehele artikel hier.

EKB: “Operationeel, maar nog te weinig deelnemers”

EKBRecent is EKB – bulletin nummer 3 verschenen. Het bulletin bevat een verslag van de vorderingen van de Erkenningsregeling kleine bouwwerken (zie dossier EKB voor meer informatie). De EKB is inmiddels operationeel en klaar voor gebruik. Helaas blijven de ervaringen met de EKB nog achter bij de verwachtingen. Naast een gering aantal bouwprojecten in de gemeente Deventer, blijkt ook de afwachtende houding van bouwers en opdrachtgevers debet aan het geringe aantal projecten dat tot nu toe met de EKB is uitgevoerd.

Met het op afzienbare termijn toezenden van de wet aan de Tweede Kamer en een beoogde inwerkingtreding van 1 januari 2017 is het inmiddels toch wel verstandig om te starten met het ervaring opdoen met instrumenten voor kwaliteitsborging. Het EKB is een kant en klaar instrument waarmee nu al gestart kan worden. Waarom nog wachten? Aanmelden via f.fijen@bmsonline.nl.

“Constructieberekening en EPC pas later indienen”

Hoe verandert het nieuwe stelsel van private kwaliteitsborging het bouwproces? Vakblad Aannemer kijkt mee bij een project van negen woningen dat wordt uitgevoerd in het kader van het experiment Crisis- en herstelwet voor grondgebonden woningen. In een tweede artikel in de reeks een gesprek over kwaliteitsborging bij Aannemingsbedrijf Lamers in Veldhoven. Onderwerp van gesprek is de gewijzigde aanpak nu niet de gemeente de plannen toetst maar Bouwgarant zorgt voor de kwaliteitsborging. Voor Lamers kent het stelsel voor- en nadelen. Een deel van de te maken kosten kunnen naar achter in het proces worden verschoven wat de kosten drukt. Aan de andere kant wordt er nog meer op het bordje van de aannemer neergelegd.

Of de voordelen of de nadelen de doorslag krijgen moeten blijken uit de verdere verloop van het project en met name uit toekomstige projecten.

Het gehele artikel is te lezen op de website van Aannemer. Het eerste artikel uit de serie is hier te lezen.

Pilotproject IbbA met de gecertificeerde Bouwbesluittoets

In de afgelopen periode is een pilot uitgevoerd met bouwplantoetsing onder certificaat bij 60 woningen in het project “Ik bouw betaalbaar in Almere”. De bouwplantoetsing is uitgevoerd door Grontmij waarbij de gemeente Almere steekproefsgewijs controleerde alvorens vergunning te verlenen.

Binnen de pilot is al snel discussie ontstaan over de aannemelijkheid van het voldoen aan de eisen voor constructieve veiligheid. Reden voor Almere om vrij vroeg in het project – naast de gecertificeerde toets – de constructie weer volledig te toetsen. Uit de toetsing bleek op het constructieve vlak veel aan te merken te zijn op de gecertificeerde toets. Er lijkt sprake van onderschatting van de benodigde inspanning door de private toetser en daarmee van een te groot project voor de beschikbare capaciteit. Overige conclusies en aanbevelingen waren:

  • De rapportages van de toetser waren onvoldoende eenduidig
  • Onduidelijkheid over de vraag of een deel van de toetsing later kan worden uitgevoerd. Wettelijk is dit geregeld, de BRL5019 gaf hierover onvoldoende informatie.
  • Mogelijke belangenverstrengeling door zowel het ontwerp als de toetsing van de constructie door dezelfde partij.

Partijen concluderen dat de pilot niet dat heeft laten zien wat vooraf werd verwacht. Duidelijk is dat communicatie en ervaring met het toetswerk zaken zijn die nadrukkelijk onderdeel uitmaken van de toekomstige taak van de private toetser. En (ook) daar zal nog de nodige aandacht aan besteed moeten worden!

Het evaluatierapport is hier te lezen.

Focus meer op toetsing dan op eindresultaat…

Uit de evaluatie van de pilot komt naar voren dat er een erg sterke nadruk heeft gelegen op het vooraf toetsen van de plannen. Wat blijkt uit de volgende tekst uit de evaluatie:

"Een vaak gehoorde reactie op de hierboven genoemde punten is dat het onderdeel van minder zwaarwegend belang is, of dat het bij de uitvoering wel goed komt. Beiden punten zijn dan misschien het discussiëren waard, maar staan los van het doel van deze pilot waarbij toetsing centraal staat. Door toetsing voorafgaand aan de uitvoering, al dan niet door een gecertificeerde marktpartij, zal met enige zekerheid vast komen te staan of aannemelijk worden dat het bouwplan voldoet aan het Bouwbesluit. Dat is het doel van de preventieve toetsing tijdens de vergunningsfase."

Een dergelijk uitgangspunt – dat bij meer pilots naar voren komt – is enigszins rigide en doet afbreuk aan de doelstelling van de Wet kwaliteitsborging: meer focus op het eindresultaat en minder op de papieren werkelijkheid vooraf. Een goede vervolgvraag bij deze pilot zou dan ook zijn: Kwam het bij de uitvoering inderdaad goed? Een vraag die absoluut beantwoord moet worden!

 

Wet kwaliteitsborging en pilotprojecten

Ten behoeve van de Schakeldag 2015 is een 2 pagina’s tellende brochure gemaakt met basisinformatie over de Wet kwaliteitsborging en enkele lopende pilotprojecten. De brochure is een prima startpunt als kennismaking met de Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen.

De brochure kunt u hier downloaden. De presentatie gegeven tijdens de Schakeldag kunt u hier vinden.

Evaluatie pilotproject BRL5019 – 5006

Het Platform Voorbereiding Stelselherziening (PVS) heeft in de afgelopen maanden een aantal projecten uitgevoerd met BRL5019-5006 (gecertificeerde toetsing en toezicht) als mogelijk instrument voor kwaliteitsborging in de bouw. Bij een drietal bouwprojecten is gekeken in hoeverre de beide BRL’s voldoen als het gaat om de uitgangspunten van de Wet kwaliteitsborging, werkbaarheid en eindresultaat. Namens iBK is het project gemonitord en is een rapportage opgesteld met de bevindingen tijdens de pilot. SKW-certificatie heeft de pilot namens het Platform de begeleiding van het project op zich genomen. De rapportage is hier te lezen.

Naar aanleiding van de evaluatie zijn de volgende conclusies en aanbevelingen gerapporteerd:

  1. BRL 5006 is ontwikkeld voor traditioneel bouwtoezicht en niet voor toezicht op het voldoen aan de voorschriften. De omzetting naar een instrument voor kwaliteitsborging lijkt dan ook niet passend voor dit instrument.
  2. Door de combinatie van twee instrumenten is geen sprake van één eindverantwoordelijk coördinator.
  3. De eerste twee punten leiden tot het advies om BRL5006 te handhaven als instrument voor bouwtoezicht en BRL5019 uit te breiden met een module toezicht.
  4. De uit te voeren risicoanalyse komt – met name bij het toezicht – nog onvoldoende uit de verf. Geadviseerd wordt om hier nadrukkelijk een wettelijke ‘bodem’ neer te leggen als het gaat om wat minimaal noodzakelijk is.
  5. In de kwaliteitsborging wordt geen rekening gehouden met het projectkwaliteitsplan van de aannemer. In het kader van proportionaliteit en het voorkomen van dubbel werk wordt geadviseerd dit nadrukkelijk mee te nemen in de risicoanalyse voorafgaand aan het project.
  6. Betrokkenen constateren dat de kwaliteit van het eindresultaat te sterk afhankelijk is van de deskundigheid van de uitvoerende partij. Ook dit vraag nadrukkelijk om wettelijke minimumeisen.
  7. BRL5006 neemt nadrukkelijk ook de privaatrechtelijke eisen mee in het toezicht. BRL5019 doet dit bij toetsing niet. Naar aanleiding van de pilot wordt gesteld dat het wenselijk is om ook in de ontwerpfase al te toetsen aan andere eisen dan alleen het Bouwbesluit. Overigens zouden dit in het nieuwe stelsel ‘vrijwillige onderdelen’ van een instrument worden.

Tenslotte worden de volgende kritische succesfactoren / risico’s genoemd bij kwaliteitsborging op basis van private instrumenten:

  • De wijze van invulling van de rol van de kwaliteitsborger: het hangt sterk af van de persoon.
  • De aannemer die leunt op de waakzaamheid van de kwaliteitsborger.
  • Het benodigde aantal uren versus het toebedeelde aantal uren om de rol van kwaliteitsborger te vervullen en garant te staan voor de kwaliteit van het bouwwerk.
  • De (wettelijke vastlegging van) specifieke eisen die gesteld worden aan het kwaliteitsborgingsinstrument.
  • De garantie die de instrumentontwikkelaar kan geven op naleving van het instrument (toezicht op de kwaliteitsborger).

Ten einde de bevindingen uit deze pilots te verifiëren / testen wordt de komende tijd gezocht naar aanvullende projecten. De resultaten van de pilot zullen worden gebruikt voor aanpassing van de instrumenten. iBK zal de conclusies een aanbevelingen meenemen in de adviezen aan BZK inzake de inrichting van het stelsel.

Register Bouwbesluitdeskundige in oprichting

Vooruitlopend op de Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen, heeft het Constructeursregister het initiatief genomen tot de oprichting van een ‘Register Bouwbesluitbesluitdeskundige’. Doel van het register is om – in aansluiting op de Gevolgklassen van de Wet kwaliteitsborging – de kwaliteit en deskundigheid van personen vast te leggen op het gebied van niet alleen constructies, maar ook brand, bouwfysica, etc. Het Register kan daarmee invulling geven aan de persoonsgebonden eisen, verbonden aan instrumenten voor kwaliteitsborging.

Het Instituut voor Bouwbekwaliteit ondersteunt het initiatief om te komen tot één register voor bouwbesluitdeskundigen. Lees het persbericht hieronder voor meer informatie.

—————————————————————

Het Constructeursregister stelt sinds vijf jaar via een serieuze toelatingsprocedure hoge eisen aan de kwaliteit en deskundigheid van de Nederlandse constructeurs, en wil dit nu ook gaan doen voor de zogeheten ‘Bouwbesluitdeskundige’. Deze deskundige maakt zijn opwachting eind 2016, wanneer de eerste fase van het stelsel ‘Kwaliteitsborging voor de bouw’ in werking treedt.

Met de Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen introduceert de overheid een nieuw stelsel van kwaliteitsborging voor (constructieve veiligheid van) gebouwen, waarbij voor bepaalde categorieën bouwwerken gebruik dient te worden gemaakt van ‘toegelaten instrumenten voor kwaliteitsborging’ om te waarborgen dat wordt voldaan aan de bouwtechnische voorschriften.

Hoewel het stelsel nog in ontwikkeling is, betekent het wel al dat bouwplannen (die straks onder het stelsel vallen) voor toetsing (aan het Bouwbesluit) niet meer aan de gemeente hoeven te worden voorgelegd, maar dat de aanvrager zelf verantwoordelijk is voor deze toetsing (waarna de gemeente uiteindelijk de vergunning verstrekt).

Een aanvrager kiest daartoe een ‘borgingsinstrument’, afhankelijk van de ‘gevolgklasse’ waarin het bouwwerk valt. Zo wordt bij een bouwplan in gevolgklasse 3 (bijvoorbeeld hoogbouw met een hoge complexiteit) een zwaarder instrument (en deskundigheid) geëist dan bij een relatief eenvoudig bouwwerk (woning) in gevolgklasse 1. Het borgingsinstrument stelt in essentie voorwaarden aan het proces van de totstandkoming van het bouwwerk, aan de producten die worden toegepast en aan de personen die aan het bouwproject werken. Degene die het bouwplan aan de hand van dit instrument mag toetsen, kan voortaan ook een private partij zijn (die het werk van de gemeente overneemt), waarmee een nieuwe ‘borger’ de markt betreedt.

Op dit moment zijn de instrumenten nog in ontwikkeling en ook de ‘Toelatingsorganisatie’ die de instrumenten moet toelaten, is nog in oprichting. Toch kan nu al worden vastgesteld dat voor het functioneren van de instrumenten en de werking van het gehele stelsel, het noodzakelijk is om op een zichtbare en een algemeen aanvaarde wijze de deskundigheid van de kwaliteitsborgers vast te stellen en vast te leggen.

Het opzetten van een register van deskundige personen vormt daartoe een geëigend middel, aldus de initiatiefnemers verenigd in het Constructeursregister, dat het meetbaar en zichtbaar maken van deskundigheid (‘aantoonbare kennis en kunde’) hoog in het vaandel heeft. Zo moet het Register Bouwbesluitdeskundige bijvoorbeeld duidelijk maken welke kwaliteitsborger in staat is met welk instrument te werken.

In samenwerking met het instituut voor Bouwkwaliteit, de kwartiermakers van het nieuwe stelsel, wordt momenteel onderzoek gedaan naar de haalbaarheid van een ‘bouwbreed gedragen’ Register Bouwbesluitdeskundige. Aan koepel- en branche-organisaties die aan de bouw zijn verbonden, wordt gevraagd of zij mee willen denken over en bij willen dragen aan de oprichting van het nieuwe register.

Voor meer informatie kunt u per mail contact opnemen met het Constructeursregister. Of  met Peter Hoes van Register Bouwbesluitdeskundige i.o. via Naamloos

 

 Renolution – snel en energiezuinig (ver)bouwen

Renolution werkt – met ondersteuning van een groot aantal partijen – aan een systeem voor energiezuinig renovatie. Het renovatiesysteem van Renolution is geschikt om bij een groot aantal typen bestaande woningen gebruikt te worden. Samen met SGS Intron zoekt Renolution in de vorm van een pilot hoe de kwaliteitsborging van het renovatiesysteem kan worden georganiseerd. Gezocht wordt naar een werkwijze waarbij de kwaliteit gegarandeerd kan worden binnen een zo breed mogelijke range aan (materiaal) toepassingen en gebouwen.

Meer informatie over het pilotproject volgt binnenkort. Meer informatie over Renolution is via onderstaande links te vinden: