‘De schakel tussen publiek en privaat’

In een nieuwe blog gaat Otillie Laan in op de positie van de kwaliteitsborger in het nieuwe stelsel vanuit het oogpunt van privaatrecht. De Wet kwaliteitsborging voor het bouwen leidt niet tot een feitelijke wijziging van de rollen en aansprakelijkheden voor private partijen in het bouwproces. En toch zal het zeker gevolgen hebben voor contracten en contractvormen. Onderbelicht tot nu toe… En zeker de positie van de opdrachtgever. De blog is wellicht een aanzet tot meer onderzoek en discussie op dit punt. Lees de blog via deze link.

Evaluatie pilotproject BRL5019 – 5006

Het Platform Voorbereiding Stelselherziening (PVS) heeft in de afgelopen maanden een aantal projecten uitgevoerd met BRL5019-5006 (gecertificeerde toetsing en toezicht) als mogelijk instrument voor kwaliteitsborging in de bouw. Bij een drietal bouwprojecten is gekeken in hoeverre de beide BRL’s voldoen als het gaat om de uitgangspunten van de Wet kwaliteitsborging, werkbaarheid en eindresultaat. Namens iBK is het project gemonitord en is een rapportage opgesteld met de bevindingen tijdens de pilot. SKW-certificatie heeft de pilot namens het Platform de begeleiding van het project op zich genomen. De rapportage is hier te lezen.

Naar aanleiding van de evaluatie zijn de volgende conclusies en aanbevelingen gerapporteerd:

  1. BRL 5006 is ontwikkeld voor traditioneel bouwtoezicht en niet voor toezicht op het voldoen aan de voorschriften. De omzetting naar een instrument voor kwaliteitsborging lijkt dan ook niet passend voor dit instrument.
  2. Door de combinatie van twee instrumenten is geen sprake van één eindverantwoordelijk coördinator.
  3. De eerste twee punten leiden tot het advies om BRL5006 te handhaven als instrument voor bouwtoezicht en BRL5019 uit te breiden met een module toezicht.
  4. De uit te voeren risicoanalyse komt – met name bij het toezicht – nog onvoldoende uit de verf. Geadviseerd wordt om hier nadrukkelijk een wettelijke ‘bodem’ neer te leggen als het gaat om wat minimaal noodzakelijk is.
  5. In de kwaliteitsborging wordt geen rekening gehouden met het projectkwaliteitsplan van de aannemer. In het kader van proportionaliteit en het voorkomen van dubbel werk wordt geadviseerd dit nadrukkelijk mee te nemen in de risicoanalyse voorafgaand aan het project.
  6. Betrokkenen constateren dat de kwaliteit van het eindresultaat te sterk afhankelijk is van de deskundigheid van de uitvoerende partij. Ook dit vraag nadrukkelijk om wettelijke minimumeisen.
  7. BRL5006 neemt nadrukkelijk ook de privaatrechtelijke eisen mee in het toezicht. BRL5019 doet dit bij toetsing niet. Naar aanleiding van de pilot wordt gesteld dat het wenselijk is om ook in de ontwerpfase al te toetsen aan andere eisen dan alleen het Bouwbesluit. Overigens zouden dit in het nieuwe stelsel ‘vrijwillige onderdelen’ van een instrument worden.

Tenslotte worden de volgende kritische succesfactoren / risico’s genoemd bij kwaliteitsborging op basis van private instrumenten:

  • De wijze van invulling van de rol van de kwaliteitsborger: het hangt sterk af van de persoon.
  • De aannemer die leunt op de waakzaamheid van de kwaliteitsborger.
  • Het benodigde aantal uren versus het toebedeelde aantal uren om de rol van kwaliteitsborger te vervullen en garant te staan voor de kwaliteit van het bouwwerk.
  • De (wettelijke vastlegging van) specifieke eisen die gesteld worden aan het kwaliteitsborgingsinstrument.
  • De garantie die de instrumentontwikkelaar kan geven op naleving van het instrument (toezicht op de kwaliteitsborger).

Ten einde de bevindingen uit deze pilots te verifiëren / testen wordt de komende tijd gezocht naar aanvullende projecten. De resultaten van de pilot zullen worden gebruikt voor aanpassing van de instrumenten. iBK zal de conclusies een aanbevelingen meenemen in de adviezen aan BZK inzake de inrichting van het stelsel.

Ministerraad stemt in met wetsvoorstel Kwaliteitsborging

Sterkere positie voor opdrachtgever in de bouw

 

Opdrachtgevers krijgen een sterkere positie bij eenvoudige nieuwbouw en seriematige verbouw. De aannemer blijft na oplevering aansprakelijk voor zichtbare en verborgen gebreken. Marktpartijen zijn voortaan zelf verantwoordelijk voor kwaliteitsbewaking en zorgen dat het bouwwerk aan de wettelijke eisen voldoet. De controle op de bouwkwaliteit wordt zo sneller en goedkoper. Daarnaast krijgt de opdrachtgever, zowel een particulier als een bedrijf, één aanspreekpunt.

Het huidige systeem van kwaliteitsbewaking was aan herziening toe vanwege toenemende complexiteit in de bouw, de noodzaak tot positieve prikkels voor bouwpartijen en een onheldere verdeling van rollen en verantwoordelijkheden. De ministerraad heeft op voorstel van minister Blok voor Wonen en Rijksdienst ingestemd met het wetsvoorstel ‘kwaliteitsborging voor het bouwen’.

Sterkere positie opdrachtgevers

Nieuw is dat de aannemer ook na de oplevering wettelijk aansprakelijk is voor gebreken aan het bouwwerk die aan hem zijn toe te rekenen. Anders dan nu is de aannemer in het nieuwe systeem niet alleen aansprakelijk voor verborgen, maar ook zichtbare gebreken die bij een oplevering door de opdrachtgever opgemerkt hadden kunnen worden. Hierover zijn met particuliere opdrachtgevers geen afwijkende afspraken toegestaan. Aannemers, krijgen verder de plicht om hun opdrachtgever te informeren of en hoe zij verzekerd zijn voor risico’s bij een faillissement van het bedrijf en voor gebreken tijdens de bouw en daarna.

Als de laatste termijn van de aanneemsom (maximaal 5%) in depot is gestort bij de notaris, keert deze het depotbedrag na in werkingtreding van de wet pas uit als aan twee voorwaarden is voldaan. De notaris moet een schriftelijk bewijs van de aannemer ontvangen dat hij de opdrachtgever heeft gewezen op zijn opschortingsrecht en de opdrachtgever niet heeft aangegeven dat hij van zijn opschortingsrecht gebruik wil maken. Hiermee verdwijnt het automatisme dat de notaris het depotbedrag drie maanden na oplevering uitbetaalt aan de aannemer als hij niets van de opdrachtgever heeft vernomen. Met deze maatregelen wordt de positie van de opdrachtgever sterker tegenover de aannemer.

Nieuwe methodes voor kwaliteitsbewaking

Bij het afgeven van een vergunning voor nieuwbouw of seriematige verbouw hoeft de gemeente in de toekomst niet meer te kijken naar bouwtechnische aspecten en controles uit te voeren tijdens de bouw. In plaats daarvan komt een nieuw systeem van kwaliteitsbewaking waarin marktpartijen zorgen dat aan de wettelijke eisen wordt voldaan.

Marktpartijen in de bouw moeten zelf methodes ontwikkelen voor voorgestelde kwaliteitsbewaking zodat aannemers zich houden aan de bouwtechnische eisen uit het Bouwbesluit, bijvoorbeeld via erkenning of certificering. Een onafhankelijke publieke toelatingsorganisatie zal beoordelen of een methode voldoet.

De gemeente blijft bij het afgeven van een vergunning voor het bouwen wel kijken naar de locale welstandseisen, het bestemmingsplan en de veiligheid voor de omgeving. Ook controleert de gemeente of de aannemer werkt met een goedgekeurde methode voor kwaliteitsbewaking.

Eerst nieuwbouw en seriematige verbouw

Het is de bedoeling dat het wetsvoorstel vanaf 2016 stapsgewijs ingaat. Begonnen wordt met eenvoudige nieuwbouw en seriematige verbouw. De komende tijd zal worden gewerkt aan verdere uitwerking van het nieuwe systeem en zullen partijen worden gestimuleerd om al vast met kwaliteitsbewaking aan de slag te gaan. Zo wordt ervaring opgedaan. Later volgt uitbreiding van het systeem naar andere meer complexe bouwwerken.

De ministerraad heeft ermee ingestemd het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State te zenden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.

Register Bouwbesluitdeskundige in oprichting

Vooruitlopend op de Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen, heeft het Constructeursregister het initiatief genomen tot de oprichting van een ‘Register Bouwbesluitbesluitdeskundige’. Doel van het register is om – in aansluiting op de Gevolgklassen van de Wet kwaliteitsborging – de kwaliteit en deskundigheid van personen vast te leggen op het gebied van niet alleen constructies, maar ook brand, bouwfysica, etc. Het Register kan daarmee invulling geven aan de persoonsgebonden eisen, verbonden aan instrumenten voor kwaliteitsborging.

Het Instituut voor Bouwbekwaliteit ondersteunt het initiatief om te komen tot één register voor bouwbesluitdeskundigen. Lees het persbericht hieronder voor meer informatie.

—————————————————————

Het Constructeursregister stelt sinds vijf jaar via een serieuze toelatingsprocedure hoge eisen aan de kwaliteit en deskundigheid van de Nederlandse constructeurs, en wil dit nu ook gaan doen voor de zogeheten ‘Bouwbesluitdeskundige’. Deze deskundige maakt zijn opwachting eind 2016, wanneer de eerste fase van het stelsel ‘Kwaliteitsborging voor de bouw’ in werking treedt.

Met de Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen introduceert de overheid een nieuw stelsel van kwaliteitsborging voor (constructieve veiligheid van) gebouwen, waarbij voor bepaalde categorieën bouwwerken gebruik dient te worden gemaakt van ‘toegelaten instrumenten voor kwaliteitsborging’ om te waarborgen dat wordt voldaan aan de bouwtechnische voorschriften.

Hoewel het stelsel nog in ontwikkeling is, betekent het wel al dat bouwplannen (die straks onder het stelsel vallen) voor toetsing (aan het Bouwbesluit) niet meer aan de gemeente hoeven te worden voorgelegd, maar dat de aanvrager zelf verantwoordelijk is voor deze toetsing (waarna de gemeente uiteindelijk de vergunning verstrekt).

Een aanvrager kiest daartoe een ‘borgingsinstrument’, afhankelijk van de ‘gevolgklasse’ waarin het bouwwerk valt. Zo wordt bij een bouwplan in gevolgklasse 3 (bijvoorbeeld hoogbouw met een hoge complexiteit) een zwaarder instrument (en deskundigheid) geëist dan bij een relatief eenvoudig bouwwerk (woning) in gevolgklasse 1. Het borgingsinstrument stelt in essentie voorwaarden aan het proces van de totstandkoming van het bouwwerk, aan de producten die worden toegepast en aan de personen die aan het bouwproject werken. Degene die het bouwplan aan de hand van dit instrument mag toetsen, kan voortaan ook een private partij zijn (die het werk van de gemeente overneemt), waarmee een nieuwe ‘borger’ de markt betreedt.

Op dit moment zijn de instrumenten nog in ontwikkeling en ook de ‘Toelatingsorganisatie’ die de instrumenten moet toelaten, is nog in oprichting. Toch kan nu al worden vastgesteld dat voor het functioneren van de instrumenten en de werking van het gehele stelsel, het noodzakelijk is om op een zichtbare en een algemeen aanvaarde wijze de deskundigheid van de kwaliteitsborgers vast te stellen en vast te leggen.

Het opzetten van een register van deskundige personen vormt daartoe een geëigend middel, aldus de initiatiefnemers verenigd in het Constructeursregister, dat het meetbaar en zichtbaar maken van deskundigheid (‘aantoonbare kennis en kunde’) hoog in het vaandel heeft. Zo moet het Register Bouwbesluitdeskundige bijvoorbeeld duidelijk maken welke kwaliteitsborger in staat is met welk instrument te werken.

In samenwerking met het instituut voor Bouwkwaliteit, de kwartiermakers van het nieuwe stelsel, wordt momenteel onderzoek gedaan naar de haalbaarheid van een ‘bouwbreed gedragen’ Register Bouwbesluitdeskundige. Aan koepel- en branche-organisaties die aan de bouw zijn verbonden, wordt gevraagd of zij mee willen denken over en bij willen dragen aan de oprichting van het nieuwe register.

Voor meer informatie kunt u per mail contact opnemen met het Constructeursregister. Of  met Peter Hoes van Register Bouwbesluitdeskundige i.o. via Naamloos

 

Systeemgerichte contractbeheersing als instrument voor kwaliteitsborging

Het Rijksvastgoedbedrijf en Rijkswaterstaat werken al enkele jaren met systeemgerichte contractbeheersing (SCB) binnen hun integrale contracten. Kenmerkend voor deze manier van van werken is ‘bouwen onder kwaliteitsborging’. De aannemer levert kwaliteit op basis van zijn kwaliteitssysteem en toont richting opdrachtgever aan dat aan de eisen van de opdrachtgever wordt voldaan. De opdrachtgever toetst risicogestuurd, zonder dat daarmee de aansprakelijkheid van de aannemer afneemt.

Systeemgerichte contractbeheersing is daarmee feitelijk te zien als de private variant van de Wet kwaliteitsborging. Hieronder is – ter lering ende vermaak – enige informatie van Rijkswaterstaat en het Rijksvastgoedbedrijf over systeemgerichte contractbeheersing opgenomen.

NB: SCB zal - net als andere initiatieven vanuit de markt - na totstandkoming van de Wet kwaliteitsborging beoordeeld moeten worden aan de wettelijke eisen alvorens sprake kan zijn van een toegelaten instrument. Zie ook andere marktinitiatieven via deze link.

Dag van de Projectontwikkeling: ‘Nu al aan de slag met kwaliteitsborging’

Op 23 april 2015 was de jaarlijkse Dag van de Projectontwikkeling, georganiseerd door Neprom. In één van de workshops presenteerden Woningborg, SWK en Bouwgarant hun kwaliteitssystemen zoals toegepast in het Experiment grondgebonden woningen zoals dat sinds 1 oktober 2014 loopt. De drie waarborginstellingen lieten zien ieder op hun eigen wijze nu al zorg te dragen voor woningen die voldoen aan de voorschriften en goed en deugdelijk werk.

De presentaties van Bouwgarant en Woningborg zijn op de website van Neprom te vinden. Meer informatie over het experiment grondgebonden woningen is hier te vinden.

Advies Ekelmans & Meijer Advocaten: “Geen verplichte verzekering”

De consultatieversie van de Wet Kwaliteitsborging bevat een verplichting voor de aannemer tot het aanbieden van verzekering tegen insolventie. In de consultatieronde is hiertegen vanuit diverse partijen bezwaar gemaakt. De Tweede Kamer is echter nadrukkelijk voorstander van een verplichte verzekerde garantie, zoals ook blijkt uit de motie Jansen / De Vries die in 2013 door de kamer is aangenomen (TK 2012-2013, 32 757, nr. 50).

Minister Blok heeft Ekelmans & Meijer Advocaten gevraagd om een advies uit te brengen hoe met de verplichte verzekering om te gaan. De conclusie is dat een verplichte verzekering leidt tot een toename van de lasten voor de burger. Tevens leidt dit mogelijk tot verslechtering van de bestaande waarborgregelingen. Het advies gaat verder in op een mogelijke informatieplicht van de aannemer. De voordelen hiervan – boven het verplicht aanbieden van een verzekering – zijn met name het in stand laten en wellicht zelfs versterken van de bestaande waarborgregelingen. Dit komt de consument en de kwaliteit ten goede.

Het volledige advies is hier te lezen.

Woonalliantie: “Verbeteren Consumenteninvloed op Bouwregelgeving”

In Fort aan de Klop (Utrecht) is donderdag 16 april jl. de slotconferentie van het project Verbeteren Consumenteninvloed op Bouwregelgeving gehouden. Ieder(in), VACpunt Wonen en de Woonbond sloten hiermee een traject van een kleine anderhalf jaar af. De conferentie markeerde ook de start van iets moois: de ondertekening van de intentieverklaring Woonalliantie voor samenwerking tussen de drie consumentenorganisaties.

Het doel van de intentieverklaring is de woon- en bouwconsument een sterke positie te geven in bouwregelgeving, bouwprojecten, inrichting van de openbare ruimte en milieu. En er was meer moois op die zonnige 16 april: ook ‘de bouw’ kwam met uitgestoken hand en gaf aan om de tafel te willen met de consument.

Het verslag van de slotconferentie is hier te downloaden. Het rapport ‘De gebruiker aan het stuur’ is hier te lezen.