Voortgang Experiment Grondgebonden Woningen

Het experiment met Keurmerk Garantiewoningen is eind vorig jaar gestart. In het experiment worden grondgebonden eengezinswoningen in de gemeenten Delft, Den Haag, Eindhoven, Rotterdam en Sint Anthonis die onder certificaat Garantiewoningen niet meer door de gemeenten aan het Bouwbesluit 2012 getoetst maar wordt de kwaliteitsborging onder de verantwoordelijkheid van één van de drie waarborgingsinstellingen uitgevoerd. Inmiddels zijn bij Bouwgarant, SWK en Woningborg ruim 400 woningen in voorbereiding.

Ten behoeve van het overleg in februari is een voortgangsrapportage opgesteld (Chw 2015-01 Voortgang Experiment Chw – februari 2015). De rapportage laat zien dat:

  • Veel aanvragers nog niet op de hoogte zijn van het experiment. Oorzaak is dat de vergunning nu veelal wordt aangevraagd voordat er een aannemer – en daarmee een waarborginstelling – in beeld is;
  • Er koudwatervrees bestaat bij de deelnemers: wordt het niet allemaal een stuk duurder en complexer?
  • Deelnemende bouwbedrijven positief zijn over de kwaliteitsborging, onder meer omdat de werkwijze beter aansluit bij hun werkwijze dan de traditionele vergunning.
  • De waarborginstellingen inmiddels ook aanvragen hebben van aannemers om de werkwijze ook buiten de 5 pilotgemeenten toe te gaan passen.

De komende maanden zal met de bouw van een deel van de woningen worden gestart. Dan zal blijken hoe de kwaliteitsborging uitpakt tijdens de uitvoering. De 5 gemeenten kijken dan mee naar de kwaliteit van de bouw.

“Architect aan Zet” in Rotterdam

Zelfbouw huis Waterwijk, Nesselande

Het project Architect aan Zet, geïnitieerd door de gemeente Rotterdam, is gericht op het borgen van de kwaliteit van veelvoorkomende bouwwerken – tot maximaal een 3-laags eengezinswoning – door de architect. En dan niet alleen het voldoen aan het Bouwbesluit, maar alle kwaliteitseisen die er aan dergelijke bouwwerken worden gesteld: bouwtechnische voorschriften, de regels rondom splitsing van woningen, reclame, ruimtelijke ordening (bestemmingsplan) en welstand.

De gemeente Rotterdam doet dit onderzoek in samenspraak met BNA Kring Rijnmond en de Bond van Nederlandse Architecten in Amsterdam, het Architectenregister, het Verbond van Verzekeraars, de Ministeries van BZK en I&M, de Vereniging Bouw en Woningtoezicht Nederland en de beweging ‘Doorbraak in dienstverlening’

Meer informatie over het project is te vinden via de website van Architect aan Zet.

De onderkant van Gevolgklasse 1

Let op: dit document is gepubliceerd in maart 2015. Inmiddels is het idee van de splitsing van gevolgklasse 1 niet meer aan de orde.

Een mogelijke aanpassing in de groep bouwwerken waarmee het voorgenomen stelsel van Kwaliteitsborging in de bouw start heeft tot de nodige discussie en reacties geleid. Volgens een bericht aan de Stuurgroep Kwaliteitsborging wordt in de memorie van toelichting bij het voorstel voor de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) niet opgenomen dat met Gevolgklasse 1 (zie advies 4) wordt gestart maar met ‘nieuwbouw en seriematige verbouw’ binnen deze gevolgklasse. De rest zal dan op een nader te bepalen tijdstip volgen. Als we uitgaan van inwerkingtreding poer 1-1-2017 dan zou het in tijd er als volgt kunnen uitzien (jaartallen zijn een inschatting):

  • 1-1-2017: Gevolgklasse 1 in werking voor ALLE nieuwbouw en seriematige verbouw (denk aan de Stroomversnelling en dergelijke)
  • 1-1-2018: Gevolgklasse 1 in werking voor overige verbouwingen
  • 1-1-20xx: Gevolgklasse 2 in werking
  • etc…

Om te bepalen wat de gevolgen hiervan zijn is het goed om de onderkant van Gevolgklasse 1 eens te bekijken. Met name omdat er al veel bouwwerken straks niet meer aan het Bouwbesluit 2012 worden getoetst als gevolg van een tweede aanpassing in de voorgenomen wijzigingen.

De grenzen van gevolgklasse 1
Vergunningvrij bouwwerken blijven vergunningvrij. Dus bouwwerken die op dit moment zonder vergunning voor het bouwen mogen worden gebouwd vallen straks ook niet onder Wkb. In aanvulling daarop bevat de concept-Wkb een kapstok om een experiment in het kader van de Crisis- en herstelwet dat momenteel in onder andere Almere, Delft en Zoetermeer wordt uitgevoerd landelijk in te kunnen voeren:

Artikel 2.10, derde lid, (nieuw) komt te luiden:
3. Het eerste lid, onderdeel a, is niet van toepassing op:
a. de categorieën van bouwwerken die krachtens artikel 7ab van de Woningwet worden onderworpen aan een instrument voor kwaliteitsborging. In die gevallen wordt de omgevingsvergunning geweigerd, indien uit de aanvraag en de daarbij verstrekte gegevens en bescheiden naar het oordeel van het bevoegd gezag geen krachtens artikel 7ac van de Woningwet toegelaten instrument voor kwaliteitsborging wordt toegepast dat afgestemd is op de risicoklasse waaronder het type bouwwerk valt en wordt toegepast door een kwaliteitsborger als bedoeld in artikel 7aa, onderdeel c, van die wet;
b. bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen andere categorieën bouwwerken.

Onderdeel a is bedoeld voor de introductie van de verplichte kwaliteitsborging. Onderdeel b heeft als doel om ook voor een aantal andere bouwwerken de toets aan het Bouwbesluit (2.10, eerste lid onder a: de weigeringsgrond Bouwbesluit) te schrappen. Het gaat dan om aanbouwen, dakkapellen, etc. die nu aan het Bouwbesluit worden getoetst omdat ze vanwege ruimtelijke redenen of om reden van welstand niet ‘vergunningvrij’ zijn. Denk aan de dakkapel aan de voorkant of de dakkapel die te dicht bij de dakrand staat.

Ervan uitgaande dat onder 3b globaal de bouwwerken worden opgenomen die nu in het experiment Almere, Delft, Zoetermeer vallen dan worden na inwerkingtreding van de Wkb de volgende bouwwerken niet meer aan het Bouwbesluit 2012 getoetst:

Artikel 6g (Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet)
Artikel 2.10, eerste lid, onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is niet van toepassing, indien een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van die wet betrekking heeft op:

  1. een op de grond staand bijbehorend bouwwerk als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van bijlage II bij het Besluit omgevingsrecht, mits niet hoger dan 5 meter;
  2. een dakkapel;
  3. een dakraam, daklicht, lichtstraat of soortgelijke daglichtvoorziening in een dak;
  4. een collector voor warmteopwekking of een paneel voor elektriciteitsopwekking;
  5. een kozijn, kozijninvulling of gevelpaneel;
  6. een zonwering, rolhek, luik of rolluik aan of in een gebouw;
  7. tuinmeubilair;
  8. een sport- of speeltoestel voor uitsluitend particulier gebruik, mits uitsluitend functionerend met behulp van de zwaartekracht of de fysieke kracht van de mens;
  9. een erf- of perceelafscheiding;
  10. een vlaggenmast

Dus voor dakkapellen en alle op de grond staande bijbehorende bouwwerken van maximaal 5 meter hoog is straks wellicht nog wel een vergunning nodig maar bevat die vergunning geen Bouwbesluitaspecten meer. En de bouwwerken vallen dus ook niet onder de Wkb. De onderkant van Gevolgklasse 1 wordt dus straks gevormd door nieuwbouw van woningen en bedrijfspanden en de grotere verbouwingen. Het grootste deel van de ‘veelvoorkomende bouwwerken’ zal waarschijnlijk buiten de Wkb vallen. Totdat de Omgevingswet het geheel in elkaar schuift ontstaat een vergunningstelsel dat er uitziet als hieronder. De wijziging in Gevolgklasse 1 ‘schuift’ daar dus nog een klasse tussen.

vergunningplicht nieuwe stelsel

“niet-seriematige verbouw”
Wat schrappen we dan als je niet start met Gevolgklasse 1 maar alleen met nieuwbouw en seriematige verbouw? Als we de lijst hiervoor vergelijken met de lijst vergunningvrije bouwwerken uit bijlage II van het Bor dan valt aan de onderkant af:

  • de overige verandering aan een bouwwerk indien de constructie wijzigt. Wijzigingen van de constructie in combinatie met een vergunningvrije activiteit – denk aan een doorbraak tbv een aanbouw – zijn en blijven overigens vergunningvrij.
  • De verbouwing waarbij de indeling in brandcompartimenten wordt gewijzigd.
  • het meerlaags bijbehorende bouwwerk
  • het bijbehorende bouwwerk hoger dan 5 meter
  • het niet op de grond staande bijbehorende bouwwerk

Een beperkt aantal bouwactiviteiten dus, die ook nog seriematig kunnen zijn (denk aan renovatie van corporatiebezit). Een groot deel van het ‘klein burgerwerk’ valt sowieso al buiten het stelsel. De effecten van de voorgestelde aanpassing lijken beperkt, zeker omdat de wijziging in de aansprakelijkheid al wel direct voor alle partijen gaat gelden.

Welke instrumenten zijn er op dit moment al beschikbaar?

Onderstaand bericht is onderdeel van het iBK-archief Kwaliteitsborging. Ga naar Proefprojecten voor een actueel overzicht.

Tijdens het overleg van de Stuurgroep Kwaliteitsborging op 27 februari 2015 is een aantal presentatie gegevens over instrumenten voor kwaliteitsborging die in verschillende pilotprojecten worden toegepast. De presentaties zijn hier te downloaden. Meer informatie over de pilots is te vinden via het menu projecten.

  1. Stuurgroep Kwaliteitsborging 27-2-2015 – inleiding pilots
  2. Erkenningsregeling Kleine Bouwwerken – Stuurgroep 27-2-2015
  3. SWK beheerssysteem Verbeterde kwaliteitsborging – Stuurgroep 27-2-2015
  4. TIS – Stuurgroep 27-2-2015
  5. Zeeburgereiland – Stuurgroep 27-2-2015

De presentaties openen in een nieuw scherm. let op: sommige presentaties zijn nogal omvangrijk!

“Weg van de minste weerstand”

Het minister van BZK heeft richting de stuurgroep Kwaliteitsborging aangegeven om bij de start van het stelsel uit te willen gaan van een ‘gereduceerde’ Gevolgklasse 1. Idee is om te starten met seriematige nieuwbouw en verbouw. Het bericht is door de stuurgroep met gemengde gevoelens ontvangen.

Wico Ankersmit schrijft in een artikel op BWTinfo het hier ieder geval totaal niet mee eens te zijn. Lees zijn kritische reactie hier.

Hoe moet dat straks nou met monumenten?

Tijdens presentaties wordt vaak de vraag gesteld hoe moet dat nou met monumenten als er straks geen preventieve toets aan het Bouwbesluit 2012 meer is?. En hoe zit het met de veiligheid van de buren als er diepe bouwputten worden gegraven?

Het wegvallen van de preventieve toets wil niet zeggen dat de omgevingsvergunning voor het bouwen verdwijnt. Of dat monumenten zo maar verbouwd mogen worden. De gemeente blijft in de huidige voorstellen het bevoegd gezag voor deze en andere toestemmingen. Het is dus zaak om goed vooraf af te stemmen. In Advies 2015-09 – Samenloop kwaliteitsborging met andere ‘vergunningen’ wordt toegelicht hoe dat in elkaar zit. De overige adviezen die tot nu toe zijn uitgebracht vindt u hier.

Advies 2015-08: Werkversie Criteria instrumenten voor kwaliteitsborging

Advies 2015-08 betreft een advies inzake criteria die zouden kunnen gelden voor toelating van instrumenten voor kwaliteitsborging voor het bouwen tot het nieuwe stelsel. Het betreft een werkversie, wat wil zeggen dat op basis van commentaar uit het veld wordt gewerkt aan verdere uitwerking van en aanvulling op de criteria.

Het advies is gebaseerd op het stelsel zoals beschreven in het conceptwetsvoorstel Kwaliteitsborging voor het bouwen en de bijbehorende memorie van toelichting. Het advies is gericht aan het ministerie van BZK en de toekomstige toelatingsorganisatie en kan dienen bij de verdere uitwerking van de wet en onderliggende regelgeving. Hoe het stelsel er uiteindelijk uit komt te zien is pas na politieke besluitvorming bekend.

Advies 2015-08 is hier te lezen. Eerdere adviezen vindt u hier.

 

Onderzoek naar de toepassing van ‘Erkende’ Technische Oplossingen in instrumenten voor kwaliteitsborging

ligthartHet Ministerie van BZK heeft Ligthart Advies gevraagd om te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn van ‘erkende’  technische oplossingen zoals voorgesteld door ERB, Rigo, Stabu in hun rapport R.2013/ERB-R011 van 29 november 2013 ‘Erkende technische oplossingen: deemed to satisfy / tot nut en genoegen van de gebruiker’.

Op grond van het onderzoek trekken de onderzoekers in hun rapport van 19 januari 2015 de volgende conclusies (zie hoofdstuk 5 van het rapport):

  • Een technische oplossing als beschreven in het ERB-rapport kan worden ingezet als hulpmiddel bij het bouwen volgens de bouwvoorschriften en/of het beoordelen door een kwaliteitsborger of een bouwwerk aan de technische bouwvoorschriften voldoet.
  • Technische oplossingen kunnen binnen de instrumenten, zoals die binnen het nieuwe stelsel van kwaliteitsborging zijn gedefinieerd, de kwaliteitsborger helpen een beoordeling van een bouwwerk op het voldoen aan de technische bouwvoorschriften te onderbouwen.
  • De toepasbaarheid van technische oplossingen wordt kansrijk geacht voor ‘standaard’ bouwwerken of delen daarvan in ‘standaard’ toepassingen. Naarmate er meer vrijheden in het ontwerp zijn, is er meer aanvullende deskundigheid nodig. Ook als er veel technische oplossingen in een ontwerp kunnen worden gebruikt, zal een kwaliteitsborger er op toe moeten zien dat de interactie tussen de verschillende technische oplossingen voldoen aan de eisen.
  • De toepassing van technische oplossingen als zelfstandig toegelaten instrument, dat wil zeggen niet als onderdeel van een (ander) instrument, lijkt vooralsnog binnen het nieuwe stelsel niet mogelijk, vanwege het ontbreken van de controle op de uitvoering als onderdeel van de methodiek. Daardoor ontbreekt de waarborg dat het opgeleverde bouwwerk voldoet aan het Bouwbesluit, terwijl een instrument, als bedoeld in de consultatieversie van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen, een kwaliteitsborger juist in staat moet stellen, een uitspraak te doen over het gerealiseerde bouwwerk.
  • De toepassingsmogelijkheden van technische oplossingen zonder betrokkenheid van een kwaliteitsborger in het ontwerp- of het uitvoeringsproces lijken bovendien zeer beperkt door de locatie- en bouwwerk afhankelijke eisen en omstandigheden (waaronder het rechtens verkregen niveau bij verbouw). Daardoor zal de inzet van een deskundige kwaliteitsborger om het voldoen van het bouwwerk als geheel (systeem in zijn omgeving) noodzakelijk zijn.
  • De technische oplossingen verschillen in de opzet en toepassingsmogelijkheden niet of nauwelijks van attesten, die eveneens een uitspraak doen over de toepassingsmogelijkheden van een bouwproduct of een bouwelement op basis van een eenmalige beoordeling van ontwerp. Net als bij attesten moet er op worden toegezien dat de uitvoering overeenkomt met hetgeen in de technische oplossing is vastgelegd.

De rapportage van het onderzoek is sinds 24 februari te vinden op rijksoverheid.nl. ERB, dat voor publicatie is gevraagd om commentaar op het rapport, heeft het rapport – inclusief commentaar op de bevindingen – al op 20 februari jl. via hun eigen website openbaar gemaakt. Naar de mening van ERB zijn de bevindingen in het rapport geheel onjuist en is dit in een overleg met Ligthart ook besproken. Een verslag van dat overleg is door ERB opgenomen in een preambule. De reactie van Ligthart Advies op de preambule is hier te lezen.