Overlegplatform Bouwregelgeving in 2000: “bouwpartijen grotendeels zelf de controles op naleving van de technische publiekrechtelijke voorschriften laten verrichten”

In de ontwikkeling van de ideeën rondom verbetering kwaliteitsborging in de bouw speelt het Overlegplatform bouwregelgeving (OPB) vanaf het begin een grote rol. Zo presenteerde het OPB in december 2000 haar visie op de bouwregelgeving. Kern van die visie was dat, waar mogelijk, gestreefd moet worden om deelnemende partijen aan het bouwproces op basis van kwalificaties (certificatie) grotendeels zelf de controles op naleving van de technische publiekrechtelijke voorschriften te laten verrichten. Iets wat de jaren daarna telkens terugkwam: In het advies van de Commissie Dekker, in diverse brieven aan de Tweede Kamer en in standpunten van bij de bouw betrokken partijen.

Het rapport Herregulering en stroomlijning van de bouwvergunningprocedures van OTB (TU Delft) uit 2001 geeft een goed beeld van de ontwikkelingen in de periode 1992 – 2002. het rapport bevat daarnaast voorstellen voor aanpassing van de vergunningprocedures en een overzicht hoe dat in andere landen is geregeld. Beide zijn inmiddels 13 jaar oud maar nog steeds actueel en bruikbaar…

Kamervragen Algemeen Overleg verbetering kwaliteitsborging in de bouw

De Commissie Wonen en Rijksdienst heeft ter voorbereiding het Algemeen Overleg op 27 maart 2014 (de agenda vindt u hier) in totaal 116 vragen gesteld aan Minister Blok. Een totaaloverzicht van alle vragen is hier te vinden. De antwoordbrief staat als punt 4 op de agenda van het overleg.

Aedes optimistisch over effecten voorstellen verbetering kwaliteitsborging in de bouw

logo_aedes-logoIn de voorbereiding op het Algemeen overleg in de Tweede Kamer op 27 maart 2014 schrijft Aedes aan de Commissie voor Wonen en Rijksdienst optimistisch te zijn over de gevolgen die de voorstellen voor private kwaliteitsborging in de bouw hebben voor corporaties. Aedes constateert dat de huidige preventieve toets door een deel van de gemeenten nauwelijks voldoende kan worden uitgevoerd en in alle gevallen veel te vroeg in het ontwerpproces plaatsvindt. Vooraf toetsen heeft naar de mening van Aedes dan ook nauwelijks zin.

Ondanks de positieve resultaten van pilots stelt Aedes wel dat de nieuwe regeling moet zorgen voor snelle en eenvoudige afhandeling van bouwaanvragen en dat de legeskosten omlaag moeten. Corporaties kunnen naar de mening van Aedes zelf de kwaliteit van hun projecten borgen, zonder stapeling van toezicht.

“Keurmerk Garantiewoning geeft koper al waar hij recht op heeft”

In een brief aan de Tweede Kamer pleit Woningborg voor algemene toepassing van het Keurmerk Garantiewoning op de (nieuw)bouw van woningen. Daar waar minister Blok nog nader onderzoek wil naar verbetering van bestaande waarborgregelingen stelt Woningborg dat met de huidige regeling aan alle uitgangspunten van de minister wordt voldaan: voldoen aan het Bouwbesluit, voldoen aan de contractuele verplichtingen en goed en deugdelijk werk.

Woningborg pleit verder tegen het aanpassen van het opschortingsrecht. Uit de brief blijkt dat het probleem met name de toepassing van de huidige regel is en niet de regel zelf: het depot van 5% van de bouwsom kan door de koper worden aangehouden tot dat alle punten zijn hersteld of totdat een uitspraak in arbitrage is gedaan. Daarbij is feitelijk sprake van ‘5% achterhouden tot dat alles goed geregeld is’, precies zoals de minister wil.

Tenslotte waarschuwt Woningborg voor het indelen van alle woningen in de laagste risicoklasse bij private kwaliteitsborging. Juist in de categorie woningen en kleine bedrijfspanden moet nog een stap gemaakt worden in een aantoonbaar goede kwaliteit. Hierbij hoort een stevige controle.

Nationaal brandveiligheidscongres: veranderen van gebouwen en eigen verantwoordelijkheid

Op donderdag 17 april wordt in Cinemec in Ede het Nationale brandveiligheidscongres gehouden. SBRCURnet organiseert dit jaarlijkse terugkerende congres, dit jaar onder het thema Veranderen van gebouwen. Naast herbestemmen is ook private kwaliteitsborging een thema dat bij de diverse onderwerpen aan de orde zal zijn: eigen verantwoordelijkheid, zelf keuzes maken en daar verantwoordelijk voor zijn bij een terugtredende overheid.

Meer informatie over het congres en aanmelden kan via de website van SBRCURnet

“Gloednieuw met maar 15 gebreken”

In Eigen Huis Magazine van maart is een artikel over opleveringsgebreken en de problemen die kopers ervaren om die gebreken hersteld te krijgen opgenomen. De cijfers zijn afkomstig uit de database die Eigen Huis heeft opgebouwd op basis van opleveringskeuringen die ze de afgelopen jaren hebben uitgevoerd. Eigen Huis wil uiteindelijk per bouwer, per gemeente en per ontwikkelaar cijfers over opleveringsgebreken kunnen presenteren.

Het artikel geeft tevens een heldere uitleg over de werking van de aansprakelijkheid en de positie van de oplevering daarbij. Het artikel eindigt met een verwijzing naar onze zuiderburen. Daar vindt de definitieve oplevering van een woning pas plaats één jaar na ingebruikname, zodat ook alle kinderziekten in beeld zijn.

Het magazine bevat tevens een dubbelinterview met Monika Chao-Duivis, directeur Instituut voor Bouwrecht, en Jan Fokkema, directeur NEPROM. Chao-Duivis is voorstander van het aanscherpen van de aansprakelijkheid ten gunste van de klant. Iets wat volgens Fokkema niet nodig is aangezien alles nu al goed geregeld is. De insteek van Chao-Duivis is helder: “En als tegenstanders beweren dat ze goed presteren dan is de aanscherping toch helemaal geen probleem?“.

 

Legeskorting bij gecertificeerde Bouwbesluittoets

BRL5019Ondanks het ontbreken van een formele wettelijke regeling voor het toepassen van instrumenten voor private kwaliteitsborging zijn er toch al diverse gemeenten en bouwers mee aan de slag gegaan. Dat blijkt niet alleen uit de officiële pilots die de afgelopen jaren zijn gehouden maar ook uit de gemeenten die korting geven op de leges in geval een bouwplan wordt aangeleverd voorzien van een rapport op basis van BRL 5019.

Rowiq Advies houdt al enkele jaren bij welke gemeenten dit zijn en heeft net de cijfers over 2014 gepubliceerd. 20 gemeenten geven korten, variërend van 10% in Castricum tot maar liefst 75% (!) in Horst aan de Maas. De lijst voorziet niet in gemeenten die in overleg op projectbasis korting geven. Kent u gemeenten die ook korting geven maar niet op de lijst staan? Geef ze door op de site van Rowiq.

Open brief aan de Tweede Kamer: “Bouwkwaliteit: je bent er van of je bent er niet van!”

Onderstaande open brief aan de Tweede Kamer is op 1 maart 2014 gepubliceerd in Cobouw.

Op 27 maart 2014 overlegt uw commissie voor Wonen en Rijksdienst met minister Blok over de stelselwijziging in de bouw: vervangen van toetsing en toezicht van overheidswege door private kwaliteitsborging. Als één van de kwartiermakers voor deze stelselwijziging ben ik er nauw bij betrokken. Na een loopbaan in zowel het architectenvak als in het gemeentelijk bouw- en woningtoezicht (BWT) brengt deze rol mij soms in een spagaat. Op persoonlijke titel ga ik in op de plannen vanuit die spagaat.

Veel BWT-ers vragen zich af waar deze stelselwijziging toe dient. Voor wie dit werk gewetensvol en met vakmanschap doet, is dat een begrijpelijke vraag. Er gaat veel goed in de bouw, maar door de aard van hun werk worden zij vooral geconfronteerd met missers en moeten zij correcties doorvoeren om schade te voorkomen. Voor hen is het moeilijk voorstelbaar, dat de vereiste kwaliteit moet worden geborgd door degenen, die nu steken laten vallen, maar straks zonder dat BWT zich er mee mag bemoeien.

Het imago van het gemeentelijk bouwtoezicht als vertragende en kostbare bureaucratie zonder meerwaarde is onterecht en gemakzuchtig, maar bepaalt wel mede de politieke koers. Bouwtoezicht slaagt er onvoldoende in om de eigen toegevoegde waarde voor het voetlicht te brengen. Toch is ook op het bouwtoezicht zelf wel wat aan te merken. Er is gewerkt aan professionalisering via meer uniforme werkwijzen en kwaliteitscriteria. Maar steeds stellen gemeenten zodanige eigen prioriteiten, dat dit streven onvoldoende resultaat oplevert. De laatste jaren is vooral in gemeenten, die kwalitatief goed presteerden, zo fors gesneden in de capaciteit, dat er na aftrek van alle procedurele rimram amper nog sprake is van meerwaarde.

Principiëler is de vraag of het wel nodig is dat de overheid zich zo intensief bemoeit met het bouwen. De bouwer is immers wettelijk verplicht om tenminste de prestaties te leveren die het Bouwbesluit eist. Vrijwel geen ander ontwikkeld land kent een zo vergaande overheidsbemoeienis met bouwwerken, maar er gaat elders niet meer mis dan bij ons. Bovendien: wat stelt verantwoordelijkheid voor als degene die deze moet dragen voortdurend bij de hand wordt gehouden?

Het huidige stelsel biedt zwakke broeders gelegenheid zich achter de gemeente te verschuilen. Zelfs de Woningwet draagt daaraan bij: artikel 1b zegt, dat je je wel aan het Bouwbesluit moet houden, maar dat de vergunning prevaleert. In 2008 schreef de Commissie Dekker, dat het stelsel leidt tot schijnzekerheid en diffuse verdeling van verantwoordelijkheid: een perfect klimaat voor schuilgedrag, waarvan vooral de bouwconsument de dupe is! Ook stelde zij, dat meestal wordt afgeweken van de vergunning; de waarde van de preventieve toetsing is discutabel.

Er wordt nu ernst gemaakt met de aanbevelingen van die commissie. Ik hoop, dat uw Kamer niet kiest voor halfslachtige oplossingen. Dus: ofwel u repareert – door adequate financiering! – het huidige stelsel, dat in verval begint te raken, dan wel u beëindigt de diffuse mix aan verantwoordelijkheden. Het devies van de stelselwijziging is: je bent ervan of je bent er niet van! Bouwtoezicht en brandpreventie worden niet opgedoekt, maar krijgen een kaderstellende rol, waarbinnen de private sector prestaties moet leveren, plus een bijzondere rol bij zeer risicovolle bouwwerken.

In het nieuwe stelsel verleent het bevoegd gezag – na eventueel vooroverleg – een vergunning als het bouwplan voldoet aan bestemmingsplan, welstand, omgevingsveiligheid. Op proportionele wijze wordt privaat geborgd, dat het bouwwerk voldoet aan het Bouwbesluit. De gemeente kijkt of aan vergunning en voorwaarden wordt voldaan, heeft geen inhoudelijk toezicht op voldoen aan het Bouwbesluit, wel systeemtoezicht op aantoonbaarheid en correcte toepassing van het juiste borgingsinstrument.

Het ‘as built’-dossier, dat de private partij bij oplevering indient, bevat de verklaring, dat is gebouwd conform Bouwbesluit en contract. Een prestatiegarantie, die voor het bevoegd gezag relevant is, maar nog veel meer voor de bouwconsument. Als zich na oplevering gebreken of fouten voordoen, kan de opdrachtgever op die verklaring terugvallen. De belangrijkste verandering van de stelselwijziging: in plaats van de papieren ‘aannemelijkheid’ van de vergunning voldoet het gebruiksgerede bouwwerk aan het Bouwbesluit.

De Toelatingsorganisatie, die de kwartiermakers nu voorbereiden, krijgt twee hoofdtaken:

  1. beoordelen borgingsinstrumenten voor verschillende risicocategorieën bouwwerken;
  2. monitoren toepassing instrumenten in de bouwpraktijk.

Bij dat laatste horen stevige sancties als er onder de maat wordt gepresteerd. Zoals de Commissie Dekker al opmerkte: “Wanneer het vertrouwen wordt beschaamd, moet de overheid sancties kunnen opleggen.” Ofwel: “high trust, high penalty”.

Kwartiermakers en ministerie van BZK ontwerpen in overleg met de bouwsector en de bouwconsument een stelsel met voldoende prikkels om het leveren van de minimaal vereiste kwaliteit onontkoombaar te maken. Dat hoeft niet duurder te zijn dan het huidige stelsel. Het kan zelfs goedkoper worden door consequente aandacht in het bouwproces voor kwaliteitsbewaking en informatieoverdracht. Zo kunnen de hoge faalkosten worden beperkt en krijgt de bouwconsument waar voor z’n geld.

Bouwbedrijven e.d. roepen met regelmaat “We zijn er klaar voor; we kunnen het zonder bouwtoezicht wel af!” Daarmee lijken ze te bedoelen, dat ze in staat zijn de kwaliteit te leveren, waartoe zij verplicht zijn conform Bouwbesluit, opdracht en vakmanschap. In dat geval vraagt de stelselwijziging van hen niets anders dan dat ze aantoonbaar doen wat zij zeggen te kunnen en daar ook voor staan!

Ik hoop dat u de minister steunt om dit plan uit te werken. En dat u hem afhoudt van het contraproductieve idee om in de overgangsperiode van 2015 tot 2018 de keus tussen de publieke en de private route over te laten aan de aanvrager. Niet alleen leidt dat tot concurrentievervalsing, het werkt ook verspilling van schaarse expertise in de hand en vraagt om overcapaciteit, die door kostenverhoging de stelselwijziging zal bemoeilijken. Dus: begin met wat al blijkt te werken en zorg dat de rest op tijd volgt.

Ing. Gert-Jan van Leeuwen, arch.